1. TANNENBERG, EN HOE TANNENBERG ONTSTOND.
door
M. H. DU CROO.
Kapitein van den Generalen Staf.
(met 5 schetsen)
Moltke Sr. en het offensief in het Oosten.
De door v. Schlieffen ontworpen oplossing van het vraagstuk:
moet Duitschland bij een oorlog naar twee fronten het beslis
sende offensief op het Oost- of op het Westfront aanzetten,
is historisch en onder den drang der wisselende omstandigheden
gegroeid.
Moltke de oudere koos, kort na den vrede van'71 en het Drie-
keizersverbond van '72, slechts zeer tijdelijk een offensief in het
Westen. Reeds in '79 (verbond met Oostenrijk-Hongarije) veran
dert zijn beslissingmen kan den bondgenoot aan de eigen
Oostgrens niet alleen laten.
Bovendien heeft Frankrijk het vestingfront aan de Fransche
Oostgrens voor een groot deel voltooid (85 Fransche vestingen
en forten zijn gereed), terwijl Parijs versterkt en het Fransche
leger gereorganiseerd is. Moltke acht een snelle beslissing hier
onmogelijk bereikbaar.
De twee fronten-oorlog in Duitschland's omstandigheden eischt
echter die snelheid van handelen en beslissing. Deze schijnt in
een strategischen overval tegen Rusland te bereiken zij staat,
aangezien Duitschland, en vooral Rijnland, nog geen industrie
staat is, een defensief aan den Rijn tegen Frankrijk toe. De
strategische overval ziet Moltke in het inzetten van de Duitsche
1059
„L'art de la guerre consiste a avoir
avec une armée numériquement infé
rieure, toujours plus de forces que
l'ennemi sur le point que Ton attaque
ou celui qui est attaqué".
Napoléon.
Waar in het Augustus-nummer in een artikel „Tannenberg" dit onderwerp
werd aangesneden, is het wellicht van belang, waar het een zoo vooraan
staand en veelzijdig strategisch onderwerp betreft, daarop eenigszins dieper
en aan de hand van meerdere gezaghebbende schrijvers en critici in te gaan.
De kaartjes zijn ontleend aan „Das Testament des Orafen Schlieffen".