Het besluit tot den terugtocht.
Zóó staat de slag tegen den avond van den 20en als een bericht
binnenkomt van het XX korps: „het Russische Narew-leger, sterk
4 a 5 korpsen, begint in de lijn Soldau-Ortelsburg de Duitsche
grens te overschrijden".
De nu volgende oogenblikken in den staf van het 8e leger zijn
van doorslaand belang ter beoordeeling van het ontstaan van Tan-
nenberg. v. Prittwitz heeft waarschijnlijk het binnengekomen
bericht reeds met den chef van zijn staf besproken. Althans hij
verklaart categorisch, dat „indien de slag bij Gumbinnen wordt
doorgezet, het Narew-leger in den rug van het 8 Leger zal ver
schijnen en dit leger van den Weichsel zal worden afgesneden.
Dus: het 8 Leger breekt den slag af en
trekt terug achter den Weichse 1".
Griinert wijst op den gunstigen stand van den slag; binnen 2 a
3 dagen kan een beslissing bevochten zijn; het is dan nog voldoende
tijd om zich tegen het Narew-leger te richten.
v. Prittwitz snijdt zonder meer het betoog van Griinert af: „zijn
beslissing om achter den Weichsel terug te trekken is genomen
en wat de tactische gevolgen van dit besluit betreft, deze raken
alleen hem en den chef van zijn staf".
Het hoofd van den staf geeft alsdan opdracht de noodige maat
regelen te treffen voor dezen terugtocht. Die terugtocht kan echter
zonder meer niet uitgevoerd worden: hiervoor zal gevochten moeten
worden, omdat de linkervleugel van het Narew-leger bij een terug
tocht der Duitschers zonder meer, den Weichsel éérder zal bereiken.
Dat leger moet dus worden tegengehouden; een offensief optreden
tegen den linkervleugel van het Narew-leger is hiertoe het aange
wezen middel.
Aldus pleiten Griinert en Hoffmann.
Tenslotte geeft v. Prittwitz in dit opzicht toe. Maar ondanks alle
betogen, ondanks het feit, dat de cdt. van het XX korps niet om
versterking vroeg, doch kalm en met vertrouwen mededeelde, dat
er geen reden tot ongerustheid bestond, dat het XX korps welis
waar verwachtte binnen 2 a 3 dagen door ongeveer 3 Russische
korpsen te worden aangevallen, doch op geen ondersteuning reken
de en overtuigd was „hier werden wir schon halten", ondanks dit
alles blijft hij bij zijn besluit: den slag bij Gumbinnen af te breken.
Dat de toestand bij de Russen veel ernstiger was, dan men in den
staf van het 8e Leger wist, blijkt thans duidelijk (zie Reichsarchiv)
1082
j Men vergelijke deze opvatting met Schlieffen
Schlieffen wenscht, steunende op Königsberg en onbekommerd over het
oprukkende Narew-leger, een vervolging tot het uiterste.
En in dit_ geval is zelfs nog een geheel Legerkorps tegenover het Narewleger
gelateneischte Schlieffen niet „ein modernes Armeekorps musz in der
Lage sein, einer drei- bis vierfachen iibermacht entgegenzutreten (IV Res.
korps v. Qronau op 4/5 Sept. West van de Ourcq).