geloopen worden (dagmarschen van 50 k.m.) met o.m. het gevolg dat op 26 Augustus de 4e russische divisie zich aan een volkomen vernietiging kon onttrekken, omdat de 35e divisie (XVII K) en ook het I R. K. door oververmoeidheid der troepen te laat ingrepen. Echter was het Ludendorff, bij het uitgaan van dit bevel, niet bekend, dat er van een terugtocht tot achter den Weichsel reeds sinds den 20en 's avonds geen sprake meer was. Het verloop van den slag is in het Augustusnummer reeds aan gegeven, zoodat daarop niet behoeft te worden teruggekomen. De slag is gedurende alle dagen rijk aan „Friktionen" geweest misvattingen, wrijvingen, eigenmachtig optreden van ondercom mandanten. De eerste en misschien wel belangrijkste veroorzaakte von Fran cois (I korps), toen hij een vrij heftig meeningsverschil met het hoofdkwartier kreeg t.a. van het inzetten van den aanval op Usdau, op 26 Augustus. Von Francois achtte zijn korps, dat nog niet in zijn geheel was aangekomen en o.m. voldoende artillerie miste, niet in staat dien aanval reeds den 26en uit te voeren in een passief verzet wist hij dien aanval zoodoende 24 uur op te houden. Hoffmann, die overigens het middel scherp veroordeelt, verschilt met Groener van meening ten aanzien van de gevolgen: z.i. bestond de kans, dat, ware het bevel naar den Ietter uitgevoerd, had het I K. zich dus den 26en bij het aanbreken van den dag van de hoogte van Seeben meester gemaakt, om tegen 10 uur Usdau aan te vallen, gesteund door slechts 4 batterijen, een échec zeer wel moge lijk was geweest. En ware de doorbraak bij Usdau niet gelukt, dan zou de flank- stoot door I R. K. en XVII K. weliswaar het Narew-leger toch ver plicht hebben terug te gaan, doch de vernietiging zou uitgebleven zijn. Minder gelukkig in haar gevolgen was de Friktion, veroorzaakt door den Commandant der 3e Res. Div., die eigendunkelijk den 26en den bevolen opmarsch naar Hohenstein uitstelde, omdat hij vermoedde een frontaanval op het 15e russische korps te zullen moeten uitvoeren, terwijl hem, bij een mogelijk inzwenken van de Russen tegen het XX K., de kans op een flankstoot werd geboden. Van dit besluit doet hij géén mededeeling aan het legercommando. Spannend was de toestand ongetwijfeld op dezen 26en Augustus. Op dezen dag viel de beslissing ten aanzien van de vernietiging van het Narewleger. Sterke zenuwen, stalen wilskracht, onverzettelijk vasthouden aan het eenmaal in daden omgezette voornemen werden van den veld heer geëischt. Hindenburg heeft aan dezen eisch volkomen voldaan hij ver loor geen oogenblik zijn beheersching. 1086

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 28