genheid in al haar bijzonderheden nauwkeurig te bestudeeren, dringt zich meer en meer de overtuiging op, dat de tijdens den oorlog aanvaarde oplossing minder volkomen moet worden geacht en dat het alleszins reden heeft om thans op grond van de op gedane ervaringen nog eens rustig te overwegen op welke wijze dan wèl een bevredigende oplossing kan worden verkregen. In dit streven zijn twee duidelijk onderkenbare en overigens diametraal tegenover elkander staande richtingen vast testellen. Bij de eene richting is men blijkbaar van de redeneering uit gegaan dat, nu eenmaal is komen vast te staan, dat de zware mitrailleur zijn taak van uit meer achterwaarts gelegen opstel lingen moet verrichten, dan ook met alle middelen moet worden getracht dit wapen daarvoor bij uitstek geschikt te maken. De nadruk is daardoor gelegd op het vuur op grootere afstanden. Een duidelijk sprekend en overigens zeer nabij liggend voor beeld van deze richting biedt het Nederlandsche Leger. Door verzwaring van de affuit tot 37,5 KG. en uitboring van den loop tot 7,9 mM. heeft men als het ware van den Schwarzlose, die te voren in gebruik was een nieuwen mitrailleur geconstrueerd, die uitmunt door groote vuurjuistheid op groote afstanden. Deze wijziging, die het mogelijk heeft gemaakt om tot afstan den van 3,5 KM een juist gericht en werkzaam vuur af te geven, is in Nederland over het algemeen met veel instemming begroet, al dient daar direct tegenover te worden gesteld, dat er op tac tische gronden ernstig overigens tevergeefs tegen deze wijzi gingen is gewaarschuwd. De nadeelen, die daarmede in den koop moesten worden genomen, zijn dan ook inderdaad niet te on derschatten. Een duidelijk beeld daarvan krijgt men bij bestudeering van de polemiek, die betreffende dit vraagstuk in de Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap is gevoerd. De voordracht over Het mitrailleurvraagstuk, tactisch en organisch, door T. f. Lagerwerff en de daarop gevolgde discussie vormen te dien aan zien interessante en leerrijke lectuur. Men ontkomt bij de bestudeering daarvan niet aan den indruk, dat de theoretici en technici in deze aangelegenheid een krachti ger stem hebben doen hooren dan de tactici en daardoor ten slotte de overwinning hebben behaald. Of men met deze wijzi ging op den goeden weg is, betwijfelen we. In ieder geval schijnt het onlogisch om de oplossing van dit vraagstuk te zoeken in een richting, waarbij de beide automatische vuurwa pens, der infanterie nog verder van elkander worden gebracht, dan tot nu toe het geval was. Het volgen in of zeer kort achter de voorste lijn, een toch immer noodig blijvende handeling, die met den normalen zwaren mitrailleur al zeer bezwaarlijk is te verrichten, wordt na de wijziging nog aanmerkelijk moeilijker. In het debat naar aanleiding van de zoo juist vermelde voordracht werd daarop door de tactici dan ook met nadruk gewezen. 1091

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 33