mij zelf, ongeoefend K. M. schutter, wercten geschoten. Trouwens
de factor schutter is in deze van geheel ondergeschikten aard.
Is het wapen eenmaal gericht, dan bestaat het schieten
verder uit niets anders, dan een eenvoudige manipulatie, een druk
op de Bowdenaftrekinrichting.
Hieronder volgen dan eenige vergelijkende spreidingsgetallen.
Spreiding in centimeters,
bij schieten met vastgeklemde hoogte- en zijdelingsche richting.
100 schoten automatisch puntvuur.
Hoogte breedtespreiding voor 100% en 80 van 100 schoten.
Soort
200
M.
400
M.
100
80 °/0
Colt mitr.
120/110
60/80
270/250
140/210
Vickers mitr.
100/190
80/120
260/200
130/130
Hotchkkiss mitr
110/70
70/40
230/140
160/110
Madsen geweermi
trailleur op lichte
affuit
48/67
25/36
105/120
44/42
Indische K. M. op
58/44
24/23
80/130
57/62
lichte affuit.
Deze cijfers behoeven wat de Indische K. M. betreft, onge
twijfeld geen commentaar.
Een ander vuur, dat op mijn verzoek werd geschoten om ook
een indruk te krijgen van de spreiding van onzen K. M. op groo-
tere afstanden dan de in ons G. V. I. gestelde maximum grens van
500 M. was het volgende.
Afstanden 1000 M. Automatisch vuur.
Schijf 6 M hoog, 9 M. breed.
Geschoten werd aan het strand onder betrekkelijk ongunstige
weersomstandigheden.
Treffer resultaat.
Hoogte Breedte
100% 297 cM. 340 cM.
80% 157 cM. 105 cM„
hetgeen dus wil zeggen dat op een afstand van 1000 M. 800/(l der
schoten viel in een schijfoppervlak van 1,5 M. hoogte en 1 Af.
breedte.
Hoewel deze gegevens uiteraard niet voldoende zijn voor het
trekken van een definitieve conclusie, geven zij toch een zeker
1095
O
O
O
O
O
O
O
00