afstanden afgelegd kunnen worden. Daarbij moet men nog in
aanmerking nemen, dat automobielen, als ze niet gebruikt worden,
geen brandstof kosten, terwijl paarden op rustdagen hun gewone
rantsoen verbruiken.
Een ander nadeel van dierlijke trekkracht is nog de kans op
ziekten. Het uitbreken van een besmettelijke ziekte onder de
dieren kan groote moeilijkheden veroorzaken. De Engelschen
hadden in 1916 in Duitsch-Oost-Afrika zoodanig met ziekten
onder de paarden en muildieren en met moeilijkheden bij de
fouragevoorziening te kampen, dat volgens Crowe deze veldtocht
zonder autotractie onmogelijk geweest zou zijn of althans vele
jaren geduurd zou hebben. En dat, terwijl de streek nog wel,
zooals deze schrijver het uitdrukt „eminently unsuitable" voor
autotransport was
Nu moet men evenwel niet meenen, dat de automobiel onder
alle omstandigheden het meest ideale transportmiddel is. De auto
eischt een weerstandbiedenden bodem met weinig ongelijkheden,
d. w. z. een goed onderhouden weg. Bij gebruik op slechte wegen
heeft het materieel zeer veel te lijden en staat het in hooge mate
bloot aan defecten.
Is een leger eenmaal in de breedte ontwikkeld, dan zal meer
naar voren dikwijls van secundaire wegen gebruik gemaakt moeten
worden. Dit zal zeer zeker het geval zijn op Java, waar als regel
slechts over een grooten aanvoerweg beschikt wordt. Wel hebben
we hier nog een tusschenschakel de bakauto, maar ook de
bruikbaarheid van dit voertuig heeft zijn grenzen. Al is de toe
stand van den weg op zichzelf dikwijls geen beletsel, dan zijn
toch vaak de bruggen te zwak of de hellingen te steil. Als regel
zal moeten gelden hoe meer naar voren, hoe lichter materieel.
Volgens Föst werd op het Westfront maar al te dikwijls tegen
dezen regel gezondigd, waardoor vele defecte auto's de wegen
versperden.
Voorts vereischt het keertmaken met vrachtauto's veel meer
ruimte dan het keeren van voertuigen met paardentractie. Twee
colonnes vrachtauto's, elkaar ontmoetend op een smallen weg,
staan muurvast tegenover elkaar. Verkeersstremmingen kwamen
in den grooten oorlog dan ook meer dan eens voor. Bij alle groote
aanvallen heeft men verkeersmoeilijkheden geconstateerd, die zich
meer deden gevoelen naarmate de aanval beter slaagde. Den
27sten September 1918 werden de konvooien in de geheele Ameri-
kaansche zone tot stilstand gebracht en was men genoodzaakt
dwars door het terrein voedsel te gaan brengen aan de chauf
feurs van de op de wegen geblokkeerde auto's. De voorste troepen
kregen slechts door noodmaatregelen eenigen toevoer van levens
middelen.
Ook is de vrachtauto sterk onderhevig aan defecten, zoodat
het noodig is over een ruime reserve te beschikken. De Fransche
1107