r sd,enkSSChDake,aar 'S °PgeS,e,d'
dV. .'.V.Vi'i 'n g'"„ v„ar 21 da j tyi»Hïïd'5
138
het telefoontoestel II, hetwelk in de onmiddellijke nabijheid
onmiddellijke nabijheid lanhet telefoon-
toestel van d en b. c t. dus hier nabij toestel 11 en
wordt verbonden aan een der stekkerbussen D.
Als de toestand is zooals het schema 1 aangeeft-
hoort men dusin het toestel 1 alle aangeslStenen (ciën),
behalve den regimentscommandant,
heeft het toestel 11 met niemand verbinding
li W 111 in vert>inding met den regimentscomman
dant (schakelaar regimentsverbindingsafdeeling).
Het principe van het toestel is thans als
volgt (zie schema 1). Een telefonist treedt op als bediener
van den schakelaar.
De telefonist bij de centrale telefoon waarschuwt den be
diener wanneer van de aangeslotenen (compagnieën) een aan
vraag komt
a voor verbinding met den bataljonscommandant;
b- regimentscommandant';
C onderling" aan^es'°*enen (C0mpagnieën)
(de gevallen a., b. en c. worden hieronder afzonderlijk be
handeld.) Omgekeerd kan de telefonist bij toestel 111 den
bediener te kennen geven dat de regimentscommandant met
een der aangeslotenen (ciën) wenscht te spreken. Wil de ba
taljonscommandant met een der aangeslotenen spreken dan
waarschuwt hij persoonlijk den bediener.
De bediener van den schakelaar brengt de verbinding tot
stand.
N. B. Bevindt zich bij uitzondering de centrale niet bij den
commandopost van den b. ct. dan behooren de ver
bindingen te worden gemaakt als schema 2 aangeeft
of volgens schema 3.
In dit geval behoort echter het telefoontoestel van de
regimentsverbindingsafdeeling te zijn opgesteld in den
commandopost van den b. ct.
Volgens schema 2 hoort men in toestel I en II
alle aangeslotenen, behalve den regimentscommandant
terwijl telefoon III in dezen toestand slechts verbinding
heeft met den regimentscommandant.
Bij toepassing van schema 2 behoort den bediener door den
bataljonscommandant telefonisch te worden gevraagd om ver-