7. DE INFANTERIE-CENTRAALSCHAKELAAR i).
door
J. M. L. ROELEN.
Eerste Luitenant-adjudant Infanterie,
(met 2 figuren en 10 schema's).
Reeds langen tijd werd bij de Infanterie de behoefte gevoeld
aan telefooncentrales, vooral sinds men voor den verbindings
dienst het principe „verbinden van hoog naar laag" had aange
nomen. Het voordeel van dit laatste beginsel is, dat het zeer
economisch kan zijn, mits men beschikt over telefooncentrales.
Dit overwegende, waarbij in het oog werd gehouden dat een
veldcentrale moet voldoen aan de eischen
a. zeer eenvoudig van constructie zijn, met daardoor de kans
op zoo min mogelijk storingen
b. gemakkelijk te bedienen zijn
c. een maximum aantal verbindingsmogelijkheden geven
werd een constructie gevonden als in het volgende nader uiteen
gezet.
Toen eenmaal na genomen proeven bleek dat de constructie
van het toestel voldeed, volgde vanzelf hieruit de mogelijkheid
om met het bij de bataljons aanwezige telefoonmaterieel boven
dien nog telefoonafdeelingen bij de regimenten te vormen, mits
weer ook voor het regiment een veldcentrale zou worden inge
voerd. Ook de ten aanzien van deze laatste mogelijkheid geno
men proeven bij het 1ste Regiment Infanterie leverden een be
vredigend resultaat op
Bij de Infanteriebataljons waren vóór de invoering van de
veldcentrale aanwezig
8 veldtelefoontoestellen met
8 haspels a 500 meter draad (4 k.m.)
Ingezien werd dat wanneer het regiment in zijn geheel moest
optreden, elk der bataljons gevoegelijk 2 telefoontoestellen met
2 haspels a 500 meter draad 1 k.m.) met het noodige personeel
zou kunnen afstaan ten behoeve van de regimentstelefoonafdeeling.
De regiments- en bataljonstelefoonafdeelingen zouden hierdoor aan
personeel en materieel een gelijke sterkte krijgen. Wanneer het
regiments-telefoonmaterieel in de toekomst nog zou kunnen wor
den vermeerderd met 4 kabelhaspels a 500 meter draad (2 k.m
Zooals deze is ingevoerd bij de regimenten en bataljons Infanterie op Java.
1135