In de voorrede van den nieuwen jaargang 1865 voelt de redactie, die met ingang van 1 Januari van dat jaar aftrad, zich gelukkig, dat nu en dan iets verbeterd was in de heerschende toestanden bij het leger en oppert de vraag of die veranderingen wellicht hadden plaats gehad onder den invloed van het tijdschrift. Eene nieuwe redactie was opgetreden, doch het „Leitmotiv" is en blijft tractements-verhoogingen der subalterne officieren, de mili taire intendance, straffen van officieren en dergelijke artikelen. Het ook in den vorigen jaargang voorkomende vervolg-artikel „Du choc des opinions jaillit la verité,, komt geregeld in den nieuwen jaargang voor. De toon kan hier en daar ook weer allesbehalve krïjgstuchtelijk genoemd worden, niettegenstaande de redactie in eene correspondentie er nog eens op wijst, dat opname van bijdragen geweigerd wordt, indien de inhoud niet strookt met het doel, de strekking en de waardigheid van het tijdschrift. Van een 14-daagsch tijdschrift is het intusschen met ingang van 1 Juli '65 een maand-periodiekgeworden, teneinde de werkzaamheid en onkosten van den uitgever te verlichten en het mogelijk te maken meer uitgebreider artikelen in eens te plaatsen. In het November-nummer van dat jaar vinden we eene voorloo- pige aankondiging, dat de e. v. December-aflevering de laatste zal zijn. De redenen, waarom de staking plaats had, geeft de uitgever in een uitgebreid „Een woord tot afscheid", waarin hij zegt, dat die redenen zijn „naast het zooveel moglijk tegenwerken van hoo- „gerhand van het schrijven door militairen, het als strafwaardig „aanmerken van het publiceeren van mededeelingen gegrond op „kennis en ondervinding, ook al is men niet in het bezit van de „bescheiden of afschriften, waarin deze mededeelingen officieel „werden neergelegd. Een 3e en wellicht de voornaamste is; dat "talrijke abonné's niet aan hunne verplichting" hadden voldaan. „Beleefdelijk wordt bij de verschijning van deze laatste afdeeling „werden neergelegd. Een 3e en wellicht de voornaamste is; „dat '„men zal willen inzien, dat zijne bereidwilligheid om mede te werken „in het voorstaan der belangen van het Leger, door zich te belasten „met de uitgave van dit orgaan, tot een waarborg moet strekken „dat hij 'daardoor in zijn eigene belangen niet worde te kort „gedaan". Later hoopt hij in nadere bijzonderheden omtrent de voornaamste beweegreden van de staking der uitgave te treden, voorloopig acht hij dit niet noodzakelijk. Hij stelt zich niet verantwoordelijk voor den al of niet belangrijken inhoud van het tijdschrift, waaraan zoo gaarne de weinige belangstelling wordt geweten. In 1868 verschijnt dan met ingang van 1 Januari 2-maal per maand het „Tijdschrift voor het Indische Leger „Mars" onder het motto „Het kan verkeeren". Uitgevers de firma de Groot, Kolff en Co te Semarang. Als introductie bij het Leger was op 17 December 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 21