3 jaren steeg dat aantal tot 900. Uit deze cijfers blijkt voldoende, dat de thans gevolgde richting en de strekking van het tijd schrift, de goedkeuring van de meerderheid van het Indisch Offi cierscorps wegdroeg. Het heeft getracht, zoo zegt de redacteur Nieuwenhuyzen in zijn afscheidswoord op 24 Maart 1882 ,,den „Indischen Officier duidelijk te maken, wat hij in onze koloniën „waard is, zonder overschatting, maar ook zonder geringschatting. „Het heeft zijne tegenstanders onder de oogen gezien en er voor „gewerkt, het leger als onderdeel der staatsinrichting, op het daar door bestemde standpunt te brengen, uit innige overtuiging, dat het Indische leger, met het oog op het maatschappelijk- en staats belang, in eere gehouden moet worden en meer waardeering ver- „dient dan het gewoonlijk ten deel valt". Naast de medewerkers brengt hij in dat afscheidswoord ook dank aan den „wakkeren uitgever" van het tijdschrift, de firma G. Kolff te Batavia, die trots de daaraan verbonden finantieele bezwaren medewerkte om het orgaan in omvang te doen toenemen. In Januari 1921 werd van uitgever veranderd. Vanaf de oprich ting af, had de firma G. Kolff en Co voor de uitgifte tot groote tevredenheid zorg gedragen, doch zag zich met ingang van ge noemden datum genoodzaakt deze te staken. Hiermede dreigde het leven van het tijdschrift tradioneel stukje Indisch leger dus te worden afgesneden. Het bestuur der I. K. V. vermeende te moeten ingrijpen en deed dat gelukkig ook. In „Een woord vooraf" van den juist optreden redacteur, den kapt. der Infie. later kapt. Gen Staf D. A. M. Q. Boeye, voorko mende in het Januari-nummer '21 wekt deze elk lid van het officiers korps, dat zich daartoe in staat voelt (en vele zijn daartoe in staat, zegt hij in een noot) op, herhaaldelijk mede te werken aan den inhoud, want zoo gaat hij verder, ieder officier zal gevoelen, dat het toch niet aangaat het oude orgaan, dat we steeds hebben gekend, als behoorer.de tot ons korps te laten verdwijnen. Zoolang wij er zijn zoo heet het daarin verder, dient ook de oude makker te blijven. Wel schijnt het leven van het I. M. T. toen ernstig bedreigd te zijn geweest, maar dank zij de krachtige leiding van den toenmaii- gen redacteur, die in het Januari- en Februari-nummer van '21 „Onafhankelijk redacteur" noemt (zie het titelblad van die num mers) bleef het tijdschrift bestaan. Doch niet alleen door zijne krachtige leiding, doch ook door die van de na hem opgetreden redacteuren, nam het I. M. T. steeds meer en meer in bloei toe. Van tijd tot tijd vinden we in het tijdschrift in de latere jaren een aansporing tot medewerking tot het leveren van gedegen pro ducten, doch de getrouwe lezers van het tijdschrift zullen het met steller dezes eens zijn, dat aan de vrome wenschen indertijd geuit 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 24