bovendien aan een druk van ruim 3200 kg/cm2. Deze drukken doen
in het materiaal spanningen ontstaan van 60 kg/mm2, (dus beneden
de strekgrens, zie hiervóór 65 kg/mm2.) welke echter verdwijnen,,
zoodra die drukken ophouden. Na deze hoogedrukbehandeling zijn
de schietbuizen in olie gekookt om scheuren, welke eventueel door
deze behandeling in de buizen mochten zijn ontstaan, duidelijk te
voorschijn te doen komen.
De hiervoren geschetste behandeling, welke uitsluitend bedoeld
is als veiligheidsmaatregel, om eventueele, in het materiaal aanwe
zige fouten reeds dadelijk voor den dag te laten komen, mag niet
worden verward met de z.g. „autofrettage", een behandeling, welke
men enkelvoudige schietbuizen doet ondergaan om deze bestand
te maken tegen de bij het schot optredende gasdrukken en daardoor
toepassing mogelijk te maken van een lichte en goedkoope schiet-
buisconstructie in die gevallen, waar kortgeleden nog slechts de
samengestelde schietbuisconstructie (kern met mantel) mogelijk
zou zijn geweest. Voor verdere bijzonderheden over „autofrettage
en de daaraan verbonden voor- en nadeelen wordt verwezen naar
het artikel: „Artillerie" van den Kapitein der Artillerie H. L. Maurer
in het Wetenschappelijk Jaarbericht 1927 van de 1. K. V. blz. 61.
Autofrettage wordt voornamelijk toegepast in die landen (vooral
in Frankrijk en Amerika), waar in oorlogstijd niet beschikt kan
worden over superieur materiaal en voor kanonnenaanmaak dan
materiaal moet worden gebezigd met een vloeigrens van ongeveer
40 kg/mm2, terwijl men daarmede toch de voordeelen van de toe
passing van enkelvoudige schietbuizen wil bereiken.
Dat de firma Bofors thans bij de houwitsers dezelfde voor
deelen heeft weten te bereiken zonder de autofrettagebehandehng,
dankt zij uitsluitend aan het gebruik van superieur kanonnenmate-
riaal. Een autofrettagebehandehng zou voor dit materiaal, waar
van vloeigrens en breukgrens slechts 10 kg/mm2, met elkander
verschillen, geen reden van bestaan hebben en bovendien spoedig
gevaar van breuk kunnen opleveren.
Bij de thans geleverde houwitsers is een volgende, uit een oogpunt
van geschutconstructie, opvallende bijzonderheid de hooge ligging
van den houwitser ten opzichte van de wieg. Hieraan hgt de
bedoeling ten grondslag om de, vooral bij snelvuur, sterk verhitte
schietbuis zoover mogelijk verwijderd te houden van de wieg en
daardoor de warmte-overdracht op dit onderdeel te bemoeilijken.
Bovendien hebben de door de verhitting en door de tijdens het
schieten heen- en weergaande beweging van de schietbuis opge
wekte luchtstroomen thans meer gelegenheid om ook langs de
onderzijde van de buis te strijken en deze daardoor spoediger af
te koelen.
Vooral bij snelvuurgeschut moet met deze warmteoverdracht van
schietbuis op wieg terdege rekening worden gehouden. Een over-
42