buiten schuift. Door den scharnierarm wordt als het ware de draaiende beweging van den korten sluitstukkrukarm omgezet in de rechtlijnige beweging, welke het sluitstuk bij het openen en sluiten verricht. Door den bijzonderen stand, welke bij gesloten sluitstuk de scharnierarm inneemt ten opzichte van den korten sluit stukkrukarm, wordt het ontijdig opengaan van het sluitstuk bij het afgaan van het schot belet. Ten slotte heeft deze scharnierarm nog ten doel om in combinatie met andere sluitstukonderdeelen het aftrekken tijdens het openen en sluiten onmogelijk te maken. Bij andere geschutsporten heeft men hiervoor gewoonlijk een veerende veiligheidsinnchting toege past, waarvan als bezwaar kan worden aangemerkt de mogehjkheic van het breken van de veer en daardoor niet meer voldoende zeker functionneeren van deze inrichting. De veiligheidsinrichting van het houwitsersluitstuk bevat geen veer zoodat de werking daarvan vrijwel absoluut verzekerd is. Zij bestaat uit een getanden veiligheidssector, welke om de viei- kante as van het aftrekstuk geschoven is en daardoor steeds de draaiende beweging van deze as bij het aftrekken moet volgen en een getande veiligheidsschijf, waarvan de tanden grijpen in die van den veiligheidssector en daardoor gedwongen is met deze laatste mede te draaien. De draaiende beweging van de veiligheidsschijf is echter alleen mogelijk als de boogvormige nok, welke daarop is aangebracht, vrij is van de boogvormige groef aan de onderzijde van den scharnierarm er, zulks is alleen het geval bij volkomen gesloten sluitstuk. 3. De affuit. De affuit is in hoofdzaak uit zeer soliede staalplaat vervaardigt.. Gietstalen of gietijzeren onderdeelen, welke uit hoofde van het groo soortelijk gewicht met betrekking tot de toelaatbare belasting min der gewenscht zijn voor een constructie, waarbij gering gewicht een voorname factor vormt, komen noch aan het affuitlijf, noch aan het overige gedeelte van de affuit voor. Het affuitlijf bestaal hoofdzakelijk uit twee zijwangen, welke door vereenigingsplaten, dwarsplaten en het staartbeslag aan elkan der verbonden zijn. Op de sterk belaste plaatsen zijn op de zij wangen versterkingsplaten aangebracht. Elke zijwang is voorts voorzien van een tappan, waarin de tap van de wiegdragerheltt rust en opgesloten wordt door een tapdekplaat. <\an de achterzijde van het affuitlijf bevindt zich het staaitbeslas met affuitoog, zoomede een steunstuk om de rotsspoor te kunnen plaatsen. De rotsspoor wordt gebruikt als de affuit bij het schie^" geplaatst is op een steenachtigen bodem. In alle andere gevalle steunt de affuitstaart in den vuurstand door middel van de rem- schop op den bodem. Deze kan in den vuurstand met behulp van de renrschopzwengel in twee standen worden vastgezet. Evenbe 44

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 46