doelde standen houden verband met den aard van den bodem (hard
of zacht), waarop de houwitser is opgesteld.
Door middel van het toestel voor de zijdelingsche richting is het
affuitlijf zijdelings verplaatsbaar over de affuitas. De verplaatsing,
welke zoowel naar rechts als naar links ruim 4° kan bedragen, wordt
teweeggebracht door het draaien aan het linker of rechterzijwaartscli
draaiwiel. Door middel van een samenstel van conische tandraderen
en tandkransen, een worm en een wormrad wordt de draaiende
beweging overgebracht op een cylindrisch tandrad, waarvan de
tanden grijpen in een getande stang, welke aan de achterzijde op
de affuitas is geklonken.
Om een lichte verplaatsing van het affuitlijf mogelijk te maken,
zijn aan de binnenzijde van de affuitaslagers veerende rollen aange
bracht; onder normale omstandigheden steunt dan het affuitlijf
door middel van deze rollen op de affuitas. Wordt de belasting
op de affuit op een of andere wijze, bijv. bij het schot of bij schok
ken tijdens het vervoer, vergroot, dan worden de veerschijven van de
rollen ingedrukt en komt het affuitlijf door middel van de bronzen
affuitaslagers te rusten op de affuitas. Met behulp van regelings-
ringen is de stand van de rollen zoodanig te regelen, dat de ver
plaatsing van het affuitlijf over de affuitas betrekkelijk licht is.
Het bovenvlak van de affuitas is voorzien van verdeelingen, zoo-
dat dus de grootte van de zijwaartsche verplaatsing daarom kan
worden afgelezen.
Om fijdens het vervoer een zijdelingsche verplaatsing van het
affuitlijf over de affuitas te beletten, is aan de rechterzijde van de
affuit een sperinrichting aangebracht, welke door middel van een
hefboom in- en uitgeschakeld kan worden. Tijdens het vervoer is
de sperinrichting ingeschakeld en grijpt de sperinrichtingspa! in
een uitholling van de affuitas.
Tusschen de zijwangen is de wieg met den daarop geplaatsten
houwitser draaibaar opgehangen door middel van de beide wieg-
dragerhelften. Deze vormen aan de onderzijde de beide elevatie-
bogen, waarin de tanden grijpen van de as van het toestel voor de
hoogterichting. De draaiing van het zich aan de rechterzijde van
de affuit bevindende elevatiewiel wordt door middel van een samen
stel van conische tandraderen, worm en wormwiel overgebracht op
de as van het toestel voor de hoogterichting, en wordt op die wijze
aan den houwitser de vereischte elevatie of declinatie gegeven.
Als bijzonderheid zij vermeld, dat de worm veerend op zijn as
is bevestigd, waardoor eventueele stooten en schokken veerend
door de tanden van de as voor het toestel van de hoogterichting
worden opgenomen.
Teneinde bij de grootste elevaties nog een zoo groot mogelijken
terugloop mogelijk te maken dit is zeer gewenscht, omdat hoe
langer de weg is, waarover de terugloopsenergie moet worden uit—
45