zetstang, zooals bij het Indische veldgeschut in gebruik, zou bij vuurmonden, welke ook onder groote elevaties moeten kunnen vuren, niet kunnen worden toegepast, omdat de opzetstang al spoedig on toelaatbaar lang zou worden, in verband met den eisch, dat tus- schen de verdeelingen een voldoende groote tusschenruimte aan wezig moet zijn om een duidelijke aflezing mogelijk te maken. Deze moeilijkheid is bij den trommelopzet opgelost, doordat men als het ware de lange opzetstang om een trommel heeft opgerold. De aflezing geschiedt daarbij tegenover een afleeswijzer. De con structie kan dan zoodanig zijn, dat bij het stellen van den opzet, de trommel draait en de afleeswijzer op zijn plaats blijft of omge keerd. In beide gevallen is gewoonlijk in het opzetmechanisme een tandradoverbrenging ingeschakeld, die de hoekverdraaiing van den trommel of van den afleeswijzer verkleind overbrengt op een ander onderdeel van de opzetinrichting, de z. g. opzetinrichtingswijzer en wel zoodanig, dat aan dezen opzetinrichtingswijzer een hoekver draaiing wordt gegeven, welke overeenkomt met de .vereischte eleva tie. De hoekverdraaiing van den opzettrommel c. q. afleeswijzer is dus grooter, zoodat de diameter van den trommel gering kan zijn, zonder dat een duidelijke aflezing daardoor wordt geschaad. Thans dient nog de hoekverdraaiing, welke aan den opzetinrich tingswijzer is gegeven en die overeenkomt met de vereischte elevatie, op een of andere wijze worden overgebracht op den vuurmond. Dit geschiedt door den vuurmond zoover op of af te draaien, dat een op de draaiingsas van den vuurmond (in het onderhavige geval op den Iinkerwiegdragertap) onwrikbaar bevestigde tweede wijzer, de z.g. affuit- of volgwijzer, in stand overeenkomt met den opzetinrich tingswijzer. Hierbij is aangenomen, dat in den nulstand van de op zetinrichting de opzettinrichtingswijzer heeft gestaan tegenover den affuitwijzer bij horizontaal gestelden vuurmond. De hiervoren aangegeven methode om aan den vuurmond, met behulp van twee onafhankelijk van elkander bewegende wijzers, de vereischte elevatie of declinatie te geven, wordt veelvuldig toe gepast bij marinekanonnen en luchtdoelgeschut, over het algemeen bij geschutsoorten met groote maximum-elevatie. Het stellen van den opzetinrichtingswijzer geschiedt daarbij langs mechanischen of electrischen weg. Omtrent de inrichting der trommelopzetten van de houwitsers van 10,5 cm. wordt verder het volgende vermeld: De opzetinrichting bestaat uit de navolgende onderdeelen: het opzetdraagstuk, de opzettrommel met deksel, de inrichting voor den scheeven radstand, de correctieinrichting, de opzetkop, de afstands schijf en de richtkijker. Het opzetdraagstuk is geschoven op een aan den Iinkerwieg dragertap bevestigden bout. Een arm van het opzetdraagstuk is opgesloten tusschen twee stelschroeven, welke in nokken van den 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 54