ïechtertappan zijn aangebracht. Het opzetdraagstuk heeft dus een
vasten stand ten opzichte van de affuit.
Om een tap van het opzetdraagstuk is 'door middel van een worm
met stelknop de opzettrommel met het overig gedeelte van de op-
zetinrichting draaibaar. Deze stelknop wordt gebezigd bij direct
richten, alsook om bij indirecte richting de luchtbel voor den ter-
reinhoek te laten inspelen.
Het deksel is door middel van een worm met stelknop draaibaar
ten opzichte van den opzettrommel. Gelijk met het deksel draaien
steeds de afstandsschijf en de opzetinrichtingswijzer mede. De
giootte van de verdraaiing van den opzetinrichtingswijzer, overeen
komende met den vereischten rechthoek, wordt afgelezen op de
afstandsschijf, welke daartoe voorzien is van een duizendstenverdee-
ling en van vijf afstandsverdeelingen, overeenkomende met de vijf
ladingen, die bij de houwitsers worden gebezigd.
Boven op den opzettrommel bevindt zich de inrichting voor den
scheeven radstand, bestaande uit een tweedeelig geleistuk, dat door
middel van een worm met stelknop verschoven kan worden tusschen
twee geleibogen van den opzettrommel.
Tusschen de beide deelen van het geleistuk is de correctiebeugel
opgesloten, waaraan draaibaar bevestigd is de opzetkop met daarop
geplaatsten richtkijker. 1
Bij scheeven radstand verkrijgt door draaiing aan den stelknop
voor den scheeven radstand, het geleistuk en daardoor ook de cor-
rectiebeugel met opzetkop en richtkijker den juisten stand, door de
luchtbel voor den scheeven radstand, welke op het geleistuk is aan
gebracht te laten inspelen.
De opzetkop met daaropgeschoven richtkijker is door middel van
een worm met stelknop draaibaar bevestigd aan den correctie
beugel.
De grootte van de verdraaiing, welke overeenkomt met den te
geven terreinhoek, wordt afgelezen op een schaal met hoofdver-
deelmgen en een schijf met onderverdeelingen. Laat men, nadat
de opzetkop op den vereischten terreinhoek is gesteld, door draaien
aan den stelknop van het opzetdraagstuk, den opzettrommel met
de daaraan bevestigde deelen, dus ook de opzetinrichtingswijzer
wentelen totdat de luchtbel voor den terreinhoek, welke aan den
richtkijker is aangebracht, inspeelt, dan zal daardoor aan den
opzetinrichtingswijzer een hoekverdraaiing zijn gegeven welke
overeenkomt met den vereischten terreinhoek.
De richtkijker is een z. g. panoramakijker, welke, wat inrichting
betreft, vrijwel overeenkomt met dien van het Indische Veld- en
Berggeschut. Echter is aan den richtkijker van de houwitsers een
z. g. kruishbel aangebracht. Hiervan dient één luchtbelbuis voor
den terremhoek, terwijl de loodrecht daarop staande luchtbelbuis
ervoor zou kunnen dienen om met behulp daarvan aan den richt-
53