staat uit 3 sjorringen van 25 slagen, gelegd over een totale lengte
van 1 m (fig. 6), zoodat voldoende gelegenheid aanwezig is om
de sjorringen zoonoodig op te wiggen.
Twee der beenen worden op den juisten onderlingen stand op
den grond gelegd en met aan weerszijden ingeslagen piketten
op hun plaats gehouden. Vervolgens worden de intusschen reeds
op maat gezaagde dwarsregels en schoren met talidoek (10 slagen
per sjorring) op deze beenen gebonden, waarbij de uiteinden
der schoren tegen de dwarsregels steunen. De dwarsregels maakt
men dubbel op de plaatsen (a en b ziefign4en5) waar de twee
touwen tot het overeind trekken der stelling worden vast
gebonden.
Deze dubbele dwarsregel bindt men niet met talidoek, doch
met ijzerdraad of Europ touw op de beenen vast.
Daarna wordt de inmiddels gereed gemaakte, 21 m lange touwlad
der op haar plaats gebracht Deze bestaat uit twee touwen dik
19 m m., waaraan de sporten (stevige willa's) met galeisteken
zijn bevestigd. Teneinde het overstappen van de ladder op het
platform te vergemakkelijken, maakt men de beide touwen met
een mastworp aan den bovensten dwarsregel vast en laat ze
daarna doorloopen tot de leuning, waaraan men ze afbindt (fig.
7). De touwen der ladder worden, ter voorkoming van slingering,
met dun touw of ijzerdraad op de dwarsregels der uitkijkstelling
bevestigd
Het zijvlak, dat hiermede gereed is gekomen, wordt onderste
boven gedraaid en zoodanig op den grond gelegd, dat de on
derste dwarsregel zich bevindt op de plaats, die hij ook na het
oprichten moet innemende toren wentelt n. 1. bij de oprichting
om dezen dwarsregel.
Thans plaatst men het derde been met behulp van scharen op
de juiste hoogte boven het gereedliggende zijvlak (fign 8a en b)
en bevestigt alle overige dwarsliggers en schoren met talidoek-
sjorringen van 10 slagen De bovenste-, de onderste dwarsregels,
alsmede de dubbele dwarsregels, dienende tot bevestiging van de
ophaaltouwen, worden evenwel met ijzerdraad of Europeesch
touw vastgesjord.
Vervolgens brengt men het platform van halve bamboes op de
bovenste dwarsregels aan en bevestigt de tuikabeltjes van 6
m.m. aan de beenen, hetgeen zoodanig geschiedt, dat de toren
door de spanning in de kabels niet uit elkaar wordt getrokken
(fign 9 en 10).
Inmiddels moeten de houten piketten tot bevestiging der
tuikabels en takel (fig 5) zijn gemaakt en aangebracht, terwijl ook de
bamboe hulpschraag van 7 a 7,50 m. hoogte moet zijn samen
gesteld
Ten einde de onderste dwarsregel der uitkijkstelling tijdens
het overeind trekken op zijn plaats te houden, worden daartegen
twee stevige piketten c en d (fig. 5) in den grond geslagen.
66