over te gaan, daar ligt het voor de hand de aanwijzingen van het buitenland te volgen, en in oorlogstijd de beschikking trach ten te krijgen over de hier te lande aanwezige land-verkeers vliegtuigen". Het met het oog hierop stellen van militaire eischen aan verkeersvliegtuigen is absoluut onjuist, gerequireerde burger vliegtuigen mogen in geen geval anders beschouwd worden dan als een toevallige bate voor de militaire luchtvaait. Het eene verkeersvliegtuig moge dan al meer, het andere minder geschikt zijn voor gebruik als nachtbomvliegtuig, totaal ongeschikt zijn ze niet licht. Hoe is het nu met de momenteel hier te lande in gebruik zijnde civiele vliegtuigen? De momenteel in Ned.-lndië op de luchtlijnen der K. N. 1. L. M. in gebruik zijnde verkeersvliegtuigen, zijn de welbekende Fokker F VIIA drie-motorige cabine-vliegtuigen, met een nuttig draag vermogen van 10Ü0 K. G. Van dit type bezit deze maatschappij er een vijftal, terwijl in de eerste helft van 1930 nog twee vol gende worden verwacht, zoodat eerlang een zevental voorhanden zal wezen. De gunstige ontwikkeling van het civiele luchtverkeer, verschaft echter alle reden om aan te nemen, dat de eerstvolgende jaren een regelmatige stijging van dit aantal zullen doen zien, tot laten wij voorloopig aannemen twaalf toestellen. De vliegtechnische eigenschappen van de F VIIA stempelen dit vliegtuig als zeer bruikbaar voor nachtbombardement. Uit zicht, ruimte voor de bemanning, navigatie-inrichting, draagver mogen en plaats voor mede te voeren bommen, zijn alleszins voldoende. Slechts de gelegenheid voor opstelling van een ver dedigende bewapening is minder goed, wat echter geen over wegend bezwaar is. De bestaande verkeersvloot der K.L.M., heeft ook in Holland aanleiding gegeven tot dezelfde overwegingen. De Mil. Lucht vaart Afdeeling te Soesterberg wenscht in oorlogstijd de voorhan den grootverkeersvliegtuigen te bezigen voor nachtbombardement, en heeft in verband daarmee de noodige stappen gedaan. Ten einde zich volledige gegevens te verschaffen omtrent de bruik baarheid voor genoemde doeleinden, alsmede om de oefening van het vliegend personeel op dit gebied te verzekeren, is men er zelfs toe overgegaan een drietal 3-motorige verkeersvliegtuigen van het type F VIIA aan te schaffen voor militaire doeleinden. Nu het aantal der hier te lande aanwezige verkeersvliegtuigen steeds toeneemt, en ook Holland ons is voorgegaan in het geven van een militaire bestemming aan deze toestellen, is ook voor Ned.- lndië de tijd gekomen om te beslissen over de aanwending dezer vliegtuigen in oorlogstijd. Deze beslissing uit te stellen tot tijd en wijle de nood aan den man komt, is natuurlijkin hooge mate ongewenscht, en moet noodwendig leiden tot verspilling der in dit materieel zetelende kracht. Wil het militair gebruik dezer toestellen het beoogde rendement geven, dan moet dit gebruik grondig voorbereid wezen in vredestijd. 71

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 73