90
De mïli'taire dienst bestaat uit
de militaire voorbereidng voor de oproeping,
den eigenlijken militairen dienst,
den dienst bij de reserve.
De militaire voorbereiding duurt 2 jaar en omvat een militaire en politieke
opleiding telkens voor één maand per jaar.
De eigenlijke militaire dienst duurt 5 jaar.
Hierbij zijn 3 categorieën.
Ie. Voor hen die worden ingelijfd bij de actieve eenheden en de permanente
eenheden van het territoriale leger
een werkelijke dienst van 2 jaar te land en bij de luchtmacht of 3 jaar
bij de marine,
een groot verlof van 2 of 3 jaar gedurende welken tijd men voor 1 maand
(het kader voor 2 maanden) kan worden opgeroepen.
2e. Voor hen ingedeeld bij de territoriale dienstplichteenheden
het eerste jaar, een instructietijd van in totaal 3 maanden, de vier ove
rige jaren een tijd van opkomst van in totaal 5 maanden voor infanterie
en artillerie en 8 maanden voor de cavalerie, met dien verstande, dat
per jaar niet langer dan 2 maanden behoeft te worden opgekomen.
Bovendien kunnen de territoriale dienstplichtigen voor inspectie 7
dagen per jaar worden opgeroepen.
3e. De overigen te beschouwen als gewapenden landstorm, moeten in
de 5 jaar werkelijken dienst gedurende totaal 5 maanden onder de wa
penen komen.
Na den werkelijken dienst volgt inlijving bij de reserve tot het 40e jaar.
In deze 13 jaar kunnen de reservisten voor in totaal 3 maanden onder de
wapenen worden geroepen.
Elke jaarklasse telt meer dan 1.200.000 man waarvan er 850.000 tot
900.000 geschikt zijn voor den militairen dienst, die als volgt worden ver
deeld
270.000 man bij het actieve leger,
230.000 man bij de territoriale eenheden,
350.000 a 400.000 bij den „gewapenden landstorm".
Doorloopend zijn onder de wapenen 700.000 man waaronder 40.000 of-
fi'cieren
In den zomer, den tijd voor de oefeningen, zijn veelal meer dan 1.500.000
man ingedeeld.
Het landleger omvat
le. Het actieve leger
28 divisies infanterie,
7 divisies cavalerie,
7 zelfstandige cavaleriebrigades en
voorts verschillende andere eenheden.
2e. De territoriale eenheden
42 divisies infanterie,
4 divisies cavalerie,
en voorts eenheden als boven.
Slechts een deel van de divisies wordt in hooger verband georganiseerd
tot 18 legerkorpsen en 3 cavaleriekorpsen, de overige 24 infanteriedivisies
en 5 cavaleriedivisies zijn mi'n of meer zelfstandig.
Het legerkorps telt 2 a 4 divisies, 1 regiment zware artillerie a 2 afdeelin-
gen (12 stukken), een bataljon genietroepen en een verbindingscompagnie.
De Infanteriedivisie telt
3 regimenten infanterie,
1 regiment artillerie,
1 escadron divisiecavalerie,
1 compagnie genietroepen,
1 verbindingscompagnie.