95 (bataille d.' arret)" majoor Flameng. „Eertijds was het mitrailleui bataljon van de divisie een infanterievuur-reserve ter beschikking van den comdt. der divisie welke deze gebruikte ten bate van het offensief of defensief door hem ont worpen. Hij beschikte over die mitrailleurs als over zijn artillerie, daarbij de technische eigenschappen van het wapen ten vo le uitbuitende. De eischen der hedendaagsche verdedigingstactiek maken dat het mitr.-bataljon principieel geheel wordt uitgegeven, als versterking toegevoegd aan de regimenten inf. Daarmede is de invloed, welke de uiv. comdt. door middel van die mitr. op het gevecht had, aanzienlijk in waarde verminderd. Dit zou er op wijzen dat deze tactiek de doodsk,ok moet luiden over het mitr. bataljon van de divisie. Evenwel komt het mij gewenscht voor en niet minder nuitig dan vroeger," dat genoemde comdt. een machtige vuurreserve te zijner beschikking houdt' Overigens heeft men willen ageeren tegen het streven om nergens anders meer over te spreken dan over het indirecte mitr.-vuur. En men had <reliik want het directe vuur moet het normale vuur zijn van a.le mitr." „Tenslotte merk ik op dat in Frankrijk de mitr.-bat. van de div. geheel zijn ve.dwenen en dat het meerendeel der militaire schr. zulks betreurt en de wederoprichting daarvan vraagt". Mavors. No. 10 October 1929. „I'uurregeling en vuurleiding bij een. com pagnie zware mitrailleursluitenant C.F. A. Milders. Schr. onderscheidt drie gevallen: nl. 1. de compagn.e onder eenhoofdige leiding van den comdt. van de mitr, cie; 2. de compagnie als vuur-eenheid, waarbij de comdt. vuurleider is en' 3. de compagnie gesplitst en de sectiën ingedeeld bij voorcompagnieën spits, voorpostendetachement, flankdekking, enz. Deze onderscheidene gevallen worden uitvoerig besproken, zoowel bij den aanval als bij de verdediging. Bij bespreking van 1. lezen we: „Vooi de be strijding van laag vliegende vliegtuigen werd tot nu toe steeds een sectie bestemd, welke dan voorzien werd van de middelen voor luchtverdediging. Nu alle stuiken volgens Aanwijzingen IV luchtdoelmiddelen zullen krijgen „verdient m.i. het bestemmen van één stuk per sectie verreweg de voorkeur" (Bestrijding uit verschillende richtingen; het sectieverband blijft bewaard' gaat derde stuk weer over tot bestrijding van landdoelen dan zijn de vuur' gegevens reeds bij de andere stukken). Schr. wil slechts bij uitzondering in deeling van mitr. bij voorcompagnieën. Mil. Wochenblatt. No. 12. September 1929. „Wirkungsgrenzen der schwe- ren Maschinengewehre", luitenant O. von Wedel. Naar aanleiding van de vroegere artikelen over dit vraagstuk zegt schr. „Hard botsen de meeningen tegen elkaar. Hier indirect vuur, daar vuur door de openingen. En toch, de diepste oorzaak van dat meeningverschil is tot dusver zoo goed als nooit belicht. Het is zelfs de vraag of de massa van onze aanvoerders zich die diepste oorzaak wel bewust is". „En die oorzaak is dat men nimmer gevechtsomstandigheden in aanmerking neemt bij de schiet oefeningen. De schijven zijn veel te groot en blijven gedurende het geheele vuur, dat ook veel^ te lang duurt zichtbaar. De mitrailleurbediening wordt noch door vijandelijk vuur, noch door andere invloeden gehinderd". Schr. komt dan ook tot de conclusie dat de zware mitrailleurs boven de 600 m. s vijands optreden en zijn wapenwerking kunnen „niederhalten", echter niet „niederkampfen". Beneden de 600 m. echter kan de zware mitrailleur de vijan delijke infanterie vernietigen. Tactisch gebruik der artillerie. A"- Schweizerische Mil. Zeitung. No. 9. September 1929. Ueber A.rtillerie-Verwendung"A.Q. behandelt in dit nummer: „E. Die Artillerie in der Verteidigung(zie ook I.M.T. blz. 1050), waarin hij betoogt dat de ruimten waarop de artillerie haar vuur legt tijdens den vijandelijken storm aanval, nog met mitrailleurvuur moeten worden belegd, of wel erachter moeten stoot-reserves gereed staan. Verder lezen we o.a.: „Een batterij met een spervuur-opdracht mag uit hare stelling daartoe ingenomen, geen andere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 97