97
kaliber 260 mm.; terugloop 1400 mm.;
lengte 10,5 kal.; vert, richtveld van
kanongewicht 4170 kg.; 0 tot 65°;
vuurhoogte 1100 mm.; zijdel. idem 60°;
gew. tijdens vervoer 12560kg.
id. in vuurstelling 11830 kg.
proj. gew. 220 en 215 kg.;
max. V0 350 m/sec.;
grootste dracht 9100 m.
Mechaniseering.
Mil. Wochenblatt. No. 10. September 1929. Die letzte Entwicklung
der Panzerfahrzeuge in EnglandDr. Heigl. Schr. behandelt de voordracht
gehouden door gen. majoor Peck, inspecteur der motoriseering in Engeland,
verschenen in het Juli-nummer van „Royal Artillery-Journal". De aandacht
wordt gevestigd op den belangrijken vooruitgang van den levensduur der
rupsbanden en het gebruik van luchtgekoelde motoren, ook bij de zwaardere
tanks. „De 16 tons tank (de nieuwe Medium-tank, in beproeving als kleine
slagtanki heeft niet minder dan 3 torens: een met een 47 mm. kanon en een
Vickersmitrailleurdaarvóór en wat lager 2 torens elk met 2 mitrailleurs."
Verder vinden we bijzonderheden over art.-tractoren, motorgeschut, de Car-
den-Loyd-tanks (een kleine, boven geheel open tank, volgens de opgave oor
spronkelijk slechts 350 kg. wegende in Engeland niet ingevoerd, wel gebruikt
als tractor voor licht anti-tank-geschut) en pantserauto s, speciaal de zesradige
Lanchester pantserauto met 2 mitr. in een draaitoren en nog 1 naast den
bestuurder in een vast pantser; ten slotte nog een en ander over verschillende
soorten rupsbanden.
The Army Quarterly. No. 1. October 1929. „One hundred problems on
mechanization", kolonel Fuller. Sihr. geeft bescnouwingen n. a. v een nieuw
verschenen boek: „Mechanized and Armoured Forces", dat echter bijna geheel
handelt over volledig gemechaniseerde eenheden en als zoodanig „Field Ser
vice Regulations Vol. II", dat voor het bestaande leger geldt, nog niet kan
vervangen.
In „VII. Tactical problems (Protection)" lezen we onder „(421 Protection
of infantry": „In de toekomst zal de infanterie zeer zeker voorzien zijn van
anti-tank-wapens, hetzij zware mitrailleurs dan wel lichte artillerie. Opgemerkt
zij dat ook dan de voornaamste bescherming wordt gegeven door de meer
achterwaarts staande veldartillerie. Deze stukken moeten meer naar voren
worden opgesteld dan over het algemeen thans het geval is. Die stukken
moeten een soort anti-tank-fort vormen waarin de infanterie bij een tank aanval
kan terugtrekken, welk teruggaan wordt uitgevoerd onder dekking van de
eigenlijke anti-tank-wapens. Verder zij nog opgemerkt dat de anti-tank wapens
der infanterie, zelfs indien ze gemechaniseerd zijn, niet lang in hunne opstel
lingen kunnen blijven als ze worden aangevallen en dat ze dikwijls beter
meer achter het infanterie-fiont gereed gehouden kunnen worden, om in
korten tijd op te rukken naar een bedreigd punt.
Infantry Journal, September nummer 1929. The new Christie „Model
1940"", Majoor C. C. Benson, t evat een uitvoerige beschrijving met foto's van
van een nieuw soort tank, die zijn tijd 10 jaar vooruit is „(vandaar de
naam model 1940), een combinatie van tank en pantserauto, en kan worden
ingericht voor meerdere mitrailleurs, een 10,4 cm. mortier of een 7,5 cm.
kanon en 3 man bemanning. Gemiddelde snelheid in het terrein 20 mijl
per uur.
Mil. Wochenblatt. No. 11. September 1929. „Mechanisierung Motori-
sierung". De schr. van dit artikel zet uiteen dat Engelsche proefnemingen
met 2 inf. brigaden van 1929 als motoriseeringsproeven gelden, met als doel
de juiste samenstelling van een modern regiment infanterie te vinden. Gene
raal Rowan-Robinson, daarover in zijn nieuwste boek: „Further aspects of
mechanization" schrijvende, doet het voorstel om de veelradige vechtwagen
in t voeren met oplegbaren rupsband in plaats van het tegenwoordige rups
band-type. Een pantserbrigade denkt hij zich samengesteld uit: 2 zware