2. BIJ HET 60-JARIG BESTAAN VAN HET I. M. T. door T. BAKKER. Majoor der Infanterie. Gaarne geef ik gevolg aan het verzoek van de Redactie van het I. M. T. om als oud-redacteur eenige woorden te wijden aan de voor ons militair periodiek zoo heuglijke herdenking van zijn 60- jarig bestaan. Waar ongetwijfeld aan de algemeene beteekenis van deze ge beurtenis de noodige aandacht zal worden besteed, ligt het in de rede, dat ik mij in hoofdzaak dien te bepalen tot het tijdvak, ge durende hetwelk ik het voorrecht genoot de leiding van ons tijd schrift te mogen hebben (1 Jan. 1926 tot en met September 1928). Wanneer men, in het algemeen gesproken, nog eens terugblikt op een voorbije periode, die nog niet te ver in het verleden ligt, is de kans op een zuivere waardeering van de factoren, welke die periode beheerschten, het grootst. Dit zou dan naar mijn persoon lijke ervaring moeten leiden tot de conclusie, dat de hoofdvooi- waarde voor den bloei van een periodiek als het onze, dient ge zocht te worden in de medewerkers. Deze toch maken het tijdschrift tot wat het is, geven er een bepaald cachet aan en bepalen het peil, waarop het in een zekere periode staat. Wanneer er dus reden is tot tevredenheid over de prestaties van het tijdschrift, dan komt de eer daarvoor in de eerste plaats toe aan de medewerkers. De redacteur vervult in dit verband weliswaar een onmisbare, doch niettemin, een ondergeschikte functie. Hij treedt slechts regelend op, kan met meer of minder succes in verschillende richtingen zijn initiatief ontplooien om bevoegde krachten tot schrijven te bewegen en een enkel maal zelf de pen ter hand nemen, maar daarmede zijn zijn bemoeienissen ook vrijwel bepaald. Veel meer zou hij trouwens niet kunnen doen, aangezien het redacteurschap als neventaak verbonden is aan een veelal drukken militairen werkkring. Aldus beschouwd en ik geloof niet, dat er voor een andere opvatting veel ruimte is is ons tijdschrift in zeker opzicht een weerspiegeling van het wetenschappelijk peil van zijn lezerskring. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 14