3. 60-JARIG JUBILEUM I. M. T.
1 Januari 1930 viert het I. M. T. zijn 60-jarig bestaan en het
past ons daarom even bij dit gedenkwaardig feit stil te staan, te
meer waar, zoo blijkt bij onderzoek het ter wereld komen van het
I. M. T. met veel barensweeën is gepaard gegaan.
In zijnen tegenwoordigen vorm en als maand-tijdschrift verscheen
het onder den titel „Miiitair tijdschrift" bij den uitgever Bruining
en Wijk te Batavia in Januari 1870 onder redactie van E. B. Kielstra,
le luitenant, later Kapitein der Genie. Tot 1 Januari 1877 blijft
het onder dezen naam voortbestaan, want de eerste 2 nummers van
dezen jaargang, zien we den lezers aangeboden onder den titel
„Militair tijdschrift. Verslagen, verhandelingen en beschouwingen
over militaire onderwerpen", bijeen verzameld door E. B. Kielstra.
Slechts twee nummers verschenen onder dezen titel gedurende
het le halfjaar van 1877; het 2e halfjaar verscheen het onder den
tegenwoordigen titel, zij het ook, dat de redactie het noodig oordeel
de de woorden „Nieuwe serie" eraan toe te voegen. De uitgever
was de firma G. Kolff te Batavia.
Voordat evenwel, en nu gaan we weer terug tot 1 Januri 1870,
de toemalige redactie hare eerste aflevering den lezers aanbood,
waren er 7 jaren aan vooraf gegaan, waarin telken male getracht
was een orgaan te doen verschijnen en in het leven te houden, dat
in de toen reeds gevoelde behoefte zou voorzien. Op Zondag 6 Sep
tember 1863 verscheen het eerste nummer van de „Militaire Courant
voor het Nederlandsch-Indisch Leger" onder het motto „Du choc
des opinions jaillit la verité." Het was een weekblad en werd uit
gegeven bij Chs. Koeken te Soerabaia.
In een artikel „Aan de lezers" voorkomende in dat eerste nummer,
lezen we wat de eigenlijke reden van oprichting van dat blad was
„n. 1. om aan de reeds lang gevoelde noodzakelijkheid van de
„uitgave van een militair blad voor het Indische Leger te voldoen".
„Hoe dikwijls wel, zaten eenigen uwer onder gezelligen kout bij-
„een en als ge dan verhaaldet, wat door U gezien en ondervonden
„was; hoe menige verstandige opmerking werd er dan niet
„gemaakt; hoe dikwijls wees een practisch hoofd uwe feilen aan,
„juist daar waar ge gemeend hadt, best te handelen, hoe menigmaal
„hoordat gij daar nuttigs en goeds! Maar werden dan door het
„late avonduur de bijeengekomenen gescheiden, weg was gewoonlijk
„het gesprokene, nauw herinnerdet ge U na eenige dagen, wat
„dien avond verhandeld was, het verhaalde geraakte en bleef in
L5