4. NAAR AANLEIDING VAN „DE TAAK VAN DEN SECTIE COMMANDANT OP HET GEVECHTSVELD" VAN DE HAND VAN COMPAGNIES COMMANDANT. door J.K. Het streven van Compagnies-Commandant (verder kortweg C. Ct. genoemd) om door zijn studie eenstemmigheid te brengen in de veelal nog uiteenloopende opvattingen over de wijze waarop de sectie op het gevechtsveld moet worden aangevoerd, deed mij besluiten mijn gedachten over zijn studie neer te schrijven. Mijn opstel richt zich tegen afwijkingen van de huidige reglementen en voorschriften en is bedoeld om C.Ct. in verscheidene opvat tingen te steunen, vooral daar, waar C.Ct. er aan twijfelt of men wel meegaat in zijne uiteenzetting. Het gestelde in G.V.I. pt. 33 a. eischt éénheid van opvatting om trent de grondbeginselen, welke het optreden der eigen troepen moet beheerschen Het kader, vooral de SMI.'s-Sectiecommandanten, die aan het leger worden afgeleverd, die opgeleid zijn zuiver aan de hand van onze reglementen en voorschriften, ondervinden maar al te vaak, dat zij, éénmaal bij den troep ingedeeld, zich hebben te onderwerpen aan de opvattingen van hun commandant, hetgeen maar al te vaak beteekent, dat zij het grootste deel van hun regle menten-kennis overboord kunnen zetten en in gezelschap komen van theorie uit: b.v. de Fransche of Duitsche Infanterie-voorschrif- ten. Onze eigen voorschriften geven m.i. vrij duidelijk: „de grond beginselen welke het optreden der eigen troepen moeten beheer schen", waarom ik wil aannemen, dat de opleiding van den troep nog steeds volgens die reglementen plaats heeft (moet hebben). De aanval. De beschouwingen over Vuurkracht en Stootkracht, zooals door C. Ct. zijn gegeven, gebaseerd op onze reglementen en voor schriften, zullen wel door niemand aanvechtbaar genoemd worden. C. Ct. schrijft dat hij er van overtuigd is, dat zijne beschouwingen niet door een ieder voetstoots zullen worden aanvaard, wijl de 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 27