195 Mechaniseering. Journal of the Royal United Service Institution. No. 496. November 1929. „The future of mechanization", kapitein Wade. Over „The ]uture role of infantry" lezen we: „Ten einde dit vraagstuk op de juiste wijze te onder zoeken, willen we in plaats van het woord infanterie gebruiken de term „troops of occupation", waaronder tevens worden verstaan troepen voor het vasthouden van tactische punten en voor de plaatselijke bescherming van de hoofdmacht, wanneer die halt houdt, beide defensieve taken. Laten we dan het bestaande infanterie-bafaljon als onze basis nemen, laat den man van zijn uitrusting niets dan zijn gasmasker, veldflesch en broodzak, oefen hem in het manoeuvreeren over dubbel zoo groote afstanden en geef hem twee wielen waarop hij zijn mitrailleur kan voorttrekken. In 't kort, laten we hem zoo beweegbaar mogelijk maken op zijn voetendoch laten we hem, om zijn voeten te sparen, op een voertuig vervoeren op zijn opmarschweg, waardoor hij tijdens den aanval vlak achter de vechtwagens kan volgen, zoodat hij kan uitstappen en zijn opstelling innemen vóór de vijandelijke troepen tijd hebben zich te herstellen". Voor dat doel wil schr. „troop carriers", welke 18 man kunnen vervoeren met hunne automatische wapens. Techniek. Mil. Wochenblatt. No. 14. October 1929. „Luftfahrtrundschau"Gewezen wordt op het groote belang van de wedstrijden om den Schneider-cup, waarin Engeland overwinnaar bleef met een „Super-marine-RolIs Royce S 6" waarin een motor van 1950 pk. van opvallend kleine afmetingen. Gedurende dezen wedstrijd werd de snelste ronde gevlogen met een gemiddelde snelheid van 531 k.m. per uur. Met een dergelijke machine werd later zelfs een snelheid van 575 k m. per uur behaald. Overigens vonden we gegevens betreffende de voorziening met nieuwe vliegtuigen (en motoren) van de Italiaansche lucht macht, de in Mei gehouden Amerikaansche luchtmanoeuvres (waarbij o. a. een transport-colonne begeleid door infanterie, door 1000 schijven voor gesteld, uit de lucht werd aangevallen met 270 bommen ieder van 12 kg. en met mitrailleurvuur. Een voertuig kreeg een voltreffer, alle overige doelen, personeel en materieel, waren doorboord door bomscherven en mitrailleur kogels). Afweer van vechtwagens. Mil. Wochenblatt. No. 14. October 1929. Onder „Aus der Werkstatt der Truppe" een artikel: „Tankabwehr durch Infanterie", door K. „Het afweer- wapen moet zich bij de voorste infanterie bevinden. De meening dat de beste afweer de eigen tank is, is verkeerd. Ook de meening dat het afweer geschut gepantserd moet zijn is onjuist". „Alle tankbemanningen en commandanten hebben in den oorlog het gedekt opgestelde tankafweerwapen gevreesd. Dikwijls werd het geschut zelfs niet ontdekt als de tank er door beschoten werd". Als eischen voor het afweerwapen worden genoemd: 1. Klein gewicht; geringe hoogte, beweegbaar en gemakkelijk te bedienen. Geen machine wapen het enkelschot is voldoende. 2. Vlakbaanvuur met niet te groote verheffing. 3. Dracht tot 400 meter". „De vervaardiging van zulke wapens stuit op geen enkele moeilijkheid. Het is zeer gevaarlijk te beweren dat de tanks in een toekomstoorlog de meesters van het slagveld zullen zijn of van het beginsel uit te gaan dat de overwinning slechts met tanks te bevechten zou zijn". Mil. Wochenblatt. No. 11. September 1929. „Kampfwagensicheres Ge lande, besprochen am Beispiel des Schlachtfeldes von Hochstadt"„Tengevolge van den invoer van pantserstrijdkrachten zullen alle tot nu toe bestaande denkbeelden betreffende de tactiek, misschien zelfs ook betreffende de strategie, verdwijnen. De grootste kans op de overwinning zal die aanvoer der hebben, die in de hoogste mate beweegbaarheid ontwikkelt". Na gewezen te hebben op de groote beteekenis der verschillende natuurlijke en kunstma tige hindernissen, neemt schr. het terrein van den slag bij Hochstadt in be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 101