199 vliegerafweer tijdens den aanval beschikt het D. bataljon over 12 zware mitrailleurs. Schr, betoogt dat dit veel te weinig is aangezien, indien er 3 worden bestemd voor luchtafweer en 2 secties van 3 worden ingezet nog slechts 3 mitrailleurs overblijven als reserve in de hand van den bataljons commandant om invloed op het gevecht te kunnen uitoefenen. Op grond van beschouwingen over en vergelijking met Fr. opvattingen komt schr. tot de volgende uitbreiding van de bestaande organisatie 1. bij de divisie 1 gemotoriseerd mitrailleur-bataljon van 3 mitr. compagnieën elk van 4 secties a 3 zw. mitr.36 zw. mitr. (van 7,9 mm.) 2. bij het regiment inf.a. 1 gemotoriseerde mitrailleur-compagnie als onder I =oit z u' (van -7'9 tezamen 48 zw. mitr. (nl. met de bestaan- de 36); b 1 gemotoriseerde mitr. compagnie (van 20 mm. mitrailleurs) van 3 secties a 3 mitrailleurs 9 mitr. van 20'mm. kaliber; 3. bij het bataljon: 1 sectie als onder 2 b 3 zw. mitr. van 20 mm. Mil Wochenblatt No. 11 September 1929. Neuzeitliche Kavallerie- gliedenrung In zijn beschouwingen houdt schr. rekening met de eischen van verkenning en van het gevecht, verder dat het regiment zoo beweeglijk mogelijk blijft, met te groot wordt en slechts zoover van huiwapens voorzien als het normale gebruik van de cavalerie zulks noodig maakt. Nadat een sterke verkennmgsafdeeling is afgezonderd, moet nog een zekere gevechtskracht over blijven. Schr. komt daardoor tot 4 escadrins mitr. escadrons 1 stafesca- dron, waarin vereemgd de verbindings-, pionier-, cavalerigeschut- en groot- kahber-mitr.-sectie. De samenstelling van de onderdeelen wordt punts gewiize besproken De totale sterkte becijfert schr. op 1250 1300 man 1450—1500 paarden, 60 voertuigen met paardentrekkracht en 1015 auto's De gevechtssterkte 240 karabijnschutters, 24 lichte mitrailleurs, 12 zware mitrail leurs, groot 2 kaliber-mitrailleurs en 2 lichte veldkanonnen. Mil Wochenblatt. No. 13 October 1929. Neuzeitliche Infanterielui- tenant H von Wedel Een bestrijding van Neuzeitliche Infanterigliederung' in No. 4 M. W. (zie blz. 1055 I. M. T. 1929) waarin de stootkracht per com pagnie berekend is op 42 man, per bataljon op 126 manen per regiment op 3/o man. 1 Aan vuurkracht per regiment 108 lichte mitrailleurs, 54 zware mitrs 54 granaatwerpers, 27 vlammenwerpers, 15 luchtafweermitrs., 3 8 c.m.'s lucht afweergeschut, 9 stukken tankafweergeschut, 12 mijnenwerpers en 9 veldkanon nen. fotaal 291 automatische en zwaardere inf. vuurwapens op 378 man stoot kracht, een wanverhouding. „Meer dan 2 lichte mitr. en 3 geweergroepen kan de sectiecommandant in het gevecht niet aanvoeren". De organisitie met drie secties per compagnie is absoluut doelmatig gebleken", „leder ba taljon dient te bestaan uit 3 compagnieën infanterie, 1 comp. hulpwapens (3 secties a 2 zware nntr.1 lichte mijnenwerper-sectie en 1 sectie tankafweer 2 tankafweermitr. 1 tankafweerkanon)1 mitr. comp. voor vuur op groote afstanden (a 3 secties a 3 mitr.); verbindingssectie, enz." „Het regiment is samengesteld uit 3 van dergelijke bataljons en 1 luchtafweer-comp. (3 secties luchtafweermitr. en 1 sectie luchtafweermach kanonnen) 1 tankafweer-comp. (4 secties a 2 tankafweer-mitr. en 1 tankafweerkanon). In hetzelfde M. W. een artikel Verstdrkung der Feuerkraft der Schützen- Uompanie Schr. wil geen zware mitrailleurs bij de inf. cie. zien ingedeeld uit opleidmgsoverwegingen. De lichte mitr. groep wil hij, ter versterking van de vuurkracht van de compagnie laten bestaan uit 2, in plaats van uit 1 lichten mitr. De zw. mitrailleurs moeten bij het bataljon blijven ingedeeld Voor direct afgegeven vuur tot op 1200 meter door lichte mitr. moeten enkele dezer worden uitgerust met daartoe geschikte affuiten (of wel deze moeten worden medegevoerd in den gevechtstrein). Een zelflaadgeweer zal binnen weinig jaren het huidige geweer vervangen. Dan wenscht schr. als blank wapen alleen de korte dolk en daarnaast is dan de schop te gebruiken als slagwapen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 105