dekking door de luchtverkenners, onder artillerievuur kunnen
worden genomen.
Het onderwerp is van genoeg belang om grondig te worden
bestudeerd; ik zal mij echter niet aan een gedetailleerde
beschouwing wagen en meen te kunnen volstaan met het geven
van enkele suggesties.
Bij vele vliegterreinen vindt men aan de lange zijden of op
eenigen afstand van de korte zijden, kampoengs dan wel bebos-
sching. De kampoengs in het bijzonder kunnen dienst doen voor
de gedekte en de verspreide opstelling van vliegtuigen, daar aan
de benoodigde afdaken het voorkomen van inlandsche woningen
kan worden gegeven. Voor het opbergen van de vliegtuigen op een
dergelijke wijze is het echter noodzakelijk dat men over gecamou
fleerde opritten etc. beschikt voorzieningen dus, die niet in een
enkelen dag kunnen worden aangebracht. Verder dienen bij be
paaldelijk daarvoor in aanmerking komende terreinen gecamou
fleerde mitrailleuropstellingen (luchtafweer) en munitie- (bom-)
magazijnen te worden voorbereid.
De vorm der landingsterreinen is bijna zonder uitzondering die
van een scherp begrensde, regelmatige figuur -hetgeen uit een
vlieg- (of beter: landings-) technisch oogpunt ook zeer zeker
noodig is. Maar in het terrein trekt niets zoo spoedig de aandacht
van den luchtwaarnemer als een groote open ruimte met geome
trische vormen en het zou dus wel gewenscht zijn om voor het
vervolg met die meetkunstige figuren te breken, waarbij dan als
hulp voor den bestuurder de landingsrechthoek in vredestijd mid
dels de bekende witte hoekteekens kan worden aangegeven.
Zoodra oorlogsgevaar dreigt zullen natuurlijk van alle vlieg
velden de hoekpunten en het kruis worden weggenomen. Het zal
mogelijk niet algemeen bekend zijn, dat dit niet voldoende is;
nog jaren nadat dergelijke teekens zijn verwijderd ook al zijn
het maar sesakmatten geweest blijft men uit de lucht de
oorspronkelijke plaats in lichtgroen afgeteekend zien.
Vormt deze omstandigheid reeds een puzzle voor hen, die even
tueel met de camouflage van onze landingsterreinen in oorlogstijd
zullen worden belast, nog veel moeilijker opdracht is het onher
kenbaar maken van het geheele vliegveld. En toch zal dit in onze
omstandigheden een onafwijsbare eisch zijn. Wij vinden n.l. in de
kampoengs en trouwens in den geheelen weelderigen Indischen
plantengroei voor het verbergen van de organisatie op den grond
wel is waar een uitstekend hulpmiddel, dat men in den Euro-
peeschen oorlog ten eenen male miste, maar daartegenover staat,
dat juist de open terreinen zelf, te midden van het Indische land
schap met zijn grillig verloopende contouren, veel eerder opvallen,
dan de Europeesche vliegvelden dit deden te midden van weilan
den, regelmatig begrensd bouwland en kale vlakten.
114