3. DIRECTE EN INDIRECTE RICHTING BIJ MITRAILLEURS. door P. G. MANTEL, Kapitein der Infanterie. In het artikel „Iets over zware mitrailleurs" van den Kapitein der Artillerie C. G. van Mourik, voorkomend in de nos. 6, 7 en 8 van den jaargang 1929 van dit tijdschrift, doet de schrijver een poging om het veel voorkomend misverstand omtrent directe en indirecte richting bij de mitrailleurs op te heffen. Inderdaad heerscht daaromtrent veel misverstand en het is alleszins wenschelijk om in den soms heftigen strijd over directe en indirecte richting eerst tot overeenstemming te komen omtrent de beteekenis aan die begrippen toe te kennen. Zoolang dit laatste niet het geval is de schrijver merkt het terecht opzal het gevolg zijn „dat men bij de discussie langs elkaar heen praat" (blz. 547). We juichen dus schr.'s poging toe, doch meenen tevens, dat hij daarin niet geslaagd is, wat we nader zullen aantoonen. Schrijver verwijst telkens naar de bij de artillerie gangbare onderscheiding en zegt: „deze scheiding is scherp, geeft geen aanleiding tot verwarring en komt o. i. het best overeen met het woord „direct" of „indirect"." Hiér ligt n. o. m. het begin van de verwarring, want de bij de artillerie gangbare scheiding is niet scherp. In punt 2 van het N. I. „Voorschrift voor de Artillerie. Het Richten lezen we deze omschrijving: „De richting kan zijn direct of indirect. Zij wordt direct genoemd, wanneer zoowel dc zijdelingsche als de hoogterichting rechtstreeks op het doel (een punt van het doel) wordt gegeven. In alle andere gevallen heet de richting indirect", terwijl punt 3 luidt „Bij directe richting wordt door het brengen van de richtlijn op een punt van het doel tevens de terreinhoek gegeven. Bij indirecte richting is berekening of meting van den terreinhoek noodig". 127

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 25