Houdt men nu strak vast aan de letter, dan komt dadelijk
conflict, want dan zou slechts direct die richting zijn, waarbij
gericht wordt op het doel of een punt van het doel en elk gebruik
van een mik(richt-)punt buiten het doel zou deze tot indirecte
richting stempelen. Maar dan komen we in strijd met den laatsten
zin van punt 3, waar als kenmerk van de indirecte richting wordt
gegeven, dat daarbij de grootte van den terreinhoek bepaald moet
worden en met den schrijver in zijn artikel, waar hij zegt op
blz. 551, dat „het hoofdkenmerk der indirecte richting is het
geven van de elevatie ten opzichte van het horizontale vlak".
Er zijn toch vele gevallen waarin gebruik gemaakt wordt van
een mikpunt buiten het doel, zonder dat daarom dit kenmerk
van de indirecte richting aanwezig is. We willen dat door voor
beelden nader toelichten.
K.
Op 1000 M. van den mitrailleur S. bevindt zich een doel D.
De schutter maakt zijn stuk tot vuren gereed door het vizier
op 1000 M. te stellen en het stuk te richten op den voet van
het doel D. Directe richting.
Aangezien het doel moeilijk te zien is acht de S. Ct. het beter
gedurende het vuren te doen richten op de goed zichtbare kruin
K. van den zich in het schootsvlak bevindenden boom B. Hij
draagt den schutter, die het stuk met het vizier 10.0 M. op den
voet van het doel richtte, op om zonder iets aan 'den stand
van het stuk te veranderen het vizier zooveel lager te stellen,
dat hij gericht komt op de kruin van dien boom. Thans vuurt
de mitrailleur met een hulpvizier richtend op een hulpmikpunt
op doel D. De eerste richting werd echter gegeven door recht
streeks te richten op het doel zelf. Nog steeds wordt direct
gericht; dat zal niemand betwisten.
Nu bevindt zich evenwel tusschen het stuk en het doel een
verheffing V., welke het doel aan het oog van den schutter ont
trekt. De S. Ct. kan echter van een in de nabijheid van het stuk
gelegen punt het doel wèl zien. Hij meet met zijn waarnemings
kijker den hoek B. - stuk-D. en ziet, dal deze 20 °/00 bedraagt. Uit
de schootstafel (van Mitr. M. 23) blijkt dat de schootshoek voor
1000 M. is: 23.91 °/00. Laat nu de S. Ct. met een schootshoek
die 20 °/00 kleiner is dan die voor 1000 M. richten op K dan
zal de bundel weer uitkomen bij het doel D. Hij doet het vizier
stellen op 300 M. (schootshoek4.08 °/00) en richten op K.
Is nu indirecte richting toegepast En toch is bij het stuk niet
eerst op het doel gericht en daarna de richting verzekerd op een
128