T lang te weten wat de trefkans zou zijn, als de G. Tn. van alle- stukken op den weg lagen. Stel den weg 8 M. breed, dan geeft dat in de vuurrichting door het scherp echarpeeren een snijding van 25 M. De L. S. 50 is90M., dan vallen 15 °/0 der schoten op den weg, van de 158 schoten (zie onder 1) dus 24. Het weggedeelte waarop gevuurd wordt heeft een oppervlak van 400 X 8 3200 M2., de auto, die 33 minuten zichtbaar blijft, 24 X 30 een oppervlak van 30 M2., dus trefkans 1/4 projec tiel. Oplossing III. Het allergunstigst resultaat zou kunnen worden verkregen als men telkens als een auto in A. verschijnt een vuurstoot met de heele afdeeling afgaf op F. Hiervoor is noodig, helder weer oirr telkens direct te kunnen waarnemen als er een auto verschijnt, een onberispelijk werkende telefoonverbinding, een afdeeling die altijd klaar is, want elk dralen heeft ten gevolge, dat het doel gepasseeid is, als de projectielen inslaan, (vluchttijd 35 seconden). Situatieteekening Als grondslag voor de berekening neme men de strook als in de teekening aangegeven breed 100 diep 150, want deze is het voordeeligste, omdat ze het grootst mogelijke gedeelte van den weg bevat. Uitbreiding in de richting van A. is onjuist, omdat men op dat gedeelte altijd te laat is. Versmalling van de strook tot 222 M. maakt de trefferdichtheid n X grooter, de kans dat n het voertuig zich op het juiste oogenblik in de strook bevindt n X kleiner. Neemt men aan dat alle vuurstooten goed liggen en de schoten gelijkmatig in de strook verdeeld zijn. Bij eiken vuurstoot is er dus een auto in de strook. 140 iii-+ I /OO Joa» T°°

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 38