1. (3) Binnen rijden (gang vrij) halt houden en groet.
2. 7) Op- en afstijgen.
Stapbewegingen.
3. 4) Met lange teugels voorwaarts gaan op de rechterhand.
4. 6) Bij F het paard in de hand stellen.
5. Bij A afwenden en onmiddellijk wijken voor het been.
7) met lichte traversstelling naar B en
7) van B naar C.
6. 4) Bij C hoefslag rechts volgen en bij M stilstaan met
recht paard.
7. 2) Voorwaarts gaan.
8. 5) Bij F keertwending 3 m. straal.
9. 5) Bij M keertwending 3 m. straal.
Totaal (50) punten.
Drafbewegingen.
10. 6) Bij B aandraven (lichtrijden).
6) Van C naar F gewone draf (doorzitten).
(12) F H uitgestrekte draf (lichtrijden).
(12) H F verkorte draf (verzameld paard, daarbij
doorzitten).
6) F A gewone draf (doorzitten).
11. 4) Bij A afwenden en onmiddellijk wijken voor het
been met lichte traversstelling.
(12) van A naar B en van
(12) B naar C.
32. Bij C hoefslag rechts volgen en bij
4) M halt houden en
4) stilstaan met recht paard.
13. (7) Bij M van uit het stilstaan aandraven tot F.
Totaal 85 punten.
Galopbewegingen.
14. 5) Bij F uit den draf in galop rechts aanspringen.
15. 2) Bij A afwenden.
16. 5) Bij D volte rechts (3 m. straal).
17. 4) Op het eind der volte in draf overgaan en
4) Bij O in galop links aanspringen.
38. 5) Bij G volte links (3 m. straal) en daarna bij C op
de linkerhand.
149