Nog even staan we stil bij de puntlasch, de stomplasch en
naadlaschmachine. Deze machines vindt ge in extenso beschreven
in het werkje over electrisch lasschen van Drukker, in de Polytech
nische Bibliotheek.
Op de stomplaschmachine worden kettingen vervaardigd, waar
bij de schakels zonder toevoeging van ander materiaal aaneen
worden gevoegd.
Op afbeelding 36 is de stomplaschmachine weergegeven. Het
is een kleine machine,, doch zij voldoet zeer goed voor het werk
bij den A. C. W. Zij heeft een vrij groote capaciteit, terwijl de
bediening uiterst eenvoudig is. Kleine katjongs die 0.40 per dag
verdienen kunnen met succes het toestel bedienen.
De schalmen worden ingeklemd en de einden naar elkaar toege
drukt. Deze beginnen te gloeien en daarna te vloeien, waarna zij
onder den lichten druk zich blijvend hechten. Een volgende schalm
wordt ingezet, is reeds ingehaakt in de voorgaande en wordt op
geheel dezelfde wijze behandeld. Aldus doorgaande kunnen ket
tingen van elke gewilde lengte worden aangemaakt.
172
metaallaag door het krimpen van het werkstuk los springt. Zelfs kan,
als een goede samenvloeiing van beide metalen heeft plaats gehad, de
krimpspanning zoo groot worden, dat ergens anders in het werkstuk scheu
ren ontstaan. Daarom moeten groote werkstukken, indien mogelijk eerst
tot rood gloeihitte worden voorverwarmd. Indien dit niet mogelijk is
dan moet de lasch bij zeer kleine gedeelten worden gelegd, die dan
steeds volop gelegenheid krijgen af te koelen.
Een fout die nogal veel gemaakt wordt is, dat bij het lasschen van
grijs gietijzer met behulp van tapeinden te veel en te dikke lagen wor
den gelegd, waardoor de kans op afspringen vermeerderd wordt.
De groote trekvastheid van staal maakt dat met dunne lagen goede
resultaten worden bereikt, zonder dat de sterkte van de lasch hieronder
te lijden heeft, en de kans op afspringen wordt dan zooveel mogelijk
^Indien niet zeer afdoende is geconstateerd, dat een goed samenvloeien
der metalen van werkstuk en electrode plaats heeft, ergo het werkstuk
geen grijs gietijzer is, moet met het V-vormig inslijpen voorzichtig om
gesprongen worden. Ook hier verdient het lasschen met een dunne
laag aanbeveling.
Het electrode materiaal. Er wordt in het algemeen gestreefd
naar een gelijke samenstelling van electrode en werkstuk. Dit is niet altijd
te bereiken, daar dan het aantal soorten electroden zeer groot zou moeten
zijn.
Dit streven heeft echter tot de volgende overwegingen geleid
le. een hoog koolstofgehalte in de electroden om het verlies van kool
stof door de sterke verhitting aan te vullen en het vormen van goed
gietijzer te bevorderen.
2e. een hoog siliclumgehalte, eveneens ter aanvulling van het Si-gehalte
dat door de hitte verbrandt en tevens ter bevordering van grafietijzer.
3e. een laag zwavel- en fosfor gehalte, daar dan de vloeibaarheid niet
wordt tegengewerkt.
4e. een laag mangaangehaltedaar anders de vorming van grafietijzer
wordt tegengegaan.
Vaak kunnen gewone zachte electroden goede diensten bewijzen, ais
het koolstofgehalte maar hoog is.
Ge zijt nu volleerde lasschers