aanwijst, ook ten opzichte der eigen infanterie (hoogere ver
binding).
b. Uitwisseling van gegevens tusschen de beide op elkaar
aangewezen eenheden der wapens, zoodat de schiet-techni-
sche mogelijkheden der artillerie aan de infanterie bekend zijn
en de nooden der infanterie aan de artillerie worden medege
deeld (lagere verbinding).
Wat de hoogere verbinding betreft kan het volgende worden
opgemerkt. Een groote moeilijkheid bij het regelen der hoogere
verbinding schuilt hierin, dat men nooit genoeg artillerie heeft
en ook bezwaarlijk kan hebben, al was ze zelfs veel talrijker om
alle infanterie-eenheden tezelfdertijd en in voldoende mate artil-
leriesteun te verleenen.
Volgens ons G. V. I. pt. 100 (1) en 214 bedraagt het aanvals
front van een compagnie 300 M. en het verdedigingsfront
500 M.
Voor een divisie met 2 regimenten en deze elk met 2 batal
jons in voorste lijn komt men op grond van deze getallen tot
een aanvalsfront van 2400 M. en een verdedigingsfront van
4000 M.
Met een batterij van 4 stukken kan men 200 M. breedte onder
werkzaam vuur nemen. Voor een krachtige plaatselijke werking
wordt echter een breedte van 200 M. te groot geacht. Moet het
bovendien nog lang worden volgehouden dan komt men zelfs
tot een front van 200 a 300 M. voor een afdeeling Dit
komt voor bij den aanval op een krachtig versterkt front, waarbij
ook een voortdurende artillerie-steun moet worden verleend bij
het doordringen in de diepte.
In den bewegingsoorlog zouden wij met een vuurfront van
150 M. per batterij van 3 stukken kunnen of althans moeten
volstaan. Ons G. V. Mob. A. pt. 24 geeft onder a voor G. K.
200 M. voor G. 100 M.
Met 8 batterijen per divisie zou men dan kunnen steunen op een
front van 1200 M. Echter moet een deel van deze batterijen
voor andere opdrachten dan rechtstreekschen steun der infanterie
worden bestemd en bovendien kan een deel door de wapen
werking der tegenpartij geheel of gedeeltelijk, blijvend of tijdelijk
buiten werking worden gesteld. Ging men er toe over uit elk
regiment infanterie een gemengde gevechtsgroep te vormen door
er een afdeeling artillerie aan toe te voegen, dan zou de artil
lerie werkzaamheid ten behoeve dier groepen in vele gevallen
onvoldoende zijn. Wij moeten dus liniairen inzet vermijden en
evenals de infanterie streven naar krachtsconcentratie en wel
tegenover het zwaartepunt, Geschiedt zulks bij de infanterie door
205
(1) Zie: Contribution a I'étude du problème de la liaison infanterie artillerie
dans ['offensive. Revue d'Infanterie Mei '27 Etienne.