lingscommandanten aan hooge eischen voldoen, zoo zelfs dat
vuursteun wordt verleend nog voor de infanterie gelegenheid
heeft er om te vragen.
In zulk een geval behoeft de laatste dus in het geheel niet
te wachten. Maar dan moet de commandant zich bij een goed
waarnemingspunt bevinden en heeft voor een goede samenwer
king ook de infanterie-commandant van zijn kant te overwegen
of hij mogelijk zijn standplaats kan kiezen bij den artillerie
commandant. Zie Gen. Herr, Ind. W.J. 1927 blz. 234 voorts
von Cochenhansen Artl. Führer aller Grade müssen unausgesetzt
Verbindung mit Inf. halten, deren Führer ihrerseits Aufstellungs-
ort so wahlen müssen, dasz er die für den Artl.-Fiihrer notwen-
dige Beob. Möglichkeit gewahrt.
Beschikten wij organiek over een hoofdofficier groepscomman
dant dan was de bepaling van diens opstellingsplaats betrekke
lijk eenvoudig. Hij zou de vuurregeling overdragen op zijn af-
deelingscommandanten, zelf bij den infanterie-commandant zijn
en als artilleristisch adviseur optreden. Maar zulk een A. G. C.
is er organiek niet.
Bestaat de groep uit twee afdeelingen dan treedt een deraf-
deelingscommandanten op als groepscommandant, bij één afdeeling
is de commandant daarvan het zelf en als die groepscommandant
dan zelf door zijn ongunstige opstellingsplaats niet tevens het
vuur kan regelen, dan heeft er een schadelijke desorganisatie
plaats in de commandovoering, een opschuiving met steeds na-
deelige gevolgen. Men zal dan veelal moeten volstaan met een
berichtofficier bij den infanterie-commandant te detacheeren
overeenkomstig G. V. Mob. A. 28 (7) en V. V. V. D. A. 112.
Dat den infanterie-commandant nimmer den last mag worden
aangedaan, dat hij met twee afdeelingscommandanten c. q. hunne
berichtofficieren te maken zou hebben, behoeft wel geen nader
betoog.
Deze uiteenzetting komt overeen met de beschouwingen ter
zake van Gen. Challéat in zijn studie „La Liaison inf. art."
Revue d'Artillerie 1928 blz. 201.
Omtrent de plaats van den A. G. C. in het bijzonder bij de
nadering kan men nog het volgende lezen van de hand van
It. col. J. de la Porte du Theil in zijn artikel: De l'entente a
réaliser entre l'infanterie et son artillerie d'appui direct (Revue
d'Artillerie 1928 blz. 381) „L'artilleur ne peut être systéma-
tiquement accolé au chef d'infanterie, qu'il est chargé d'ap-
puyer, surtout dans Ia marche d'approche. C'est une solution
enfantine, maintes fois essayée pendant la guerre, et qui donne-
208
G. V. mob. A. 28/7). „Is zijn standplaats niet bij den bevelhebber, dan
zorgt hij met dezen in verbinding te blijven door achterlating van een
berichtofficier." V. V. V. D. A. 112.: Verder behoort nog een berichtoffi
cier te worden gedetacheerd door den A. C. bij den A. B. voor het geval
de eerste niet vertoeft in de onmiddellijke nabijheid van den laatsten.