oefening moet grondig zijn voorbereid. Wat geeft het, zegt Etienne of men al over volmaakte verbindingsmiddelen beschikt Zonder goede oefening en wederzijdsch begrijpen loopt de samenwerking toch op niets uit. Behalve den boven behandelden steun op aanvraag, vuren op seinen (b.v bij de verdediging) op eigen initiatief (bij goede waar neming is een voornaam element voor steunverleening het vuren volgens een tijdschema. In den stellingoorlog is deze wijze van steu nen regel. In den bewegingsoorlog zal men ze ook telkens toepassen als men een vast plan kan beramen hoe een aanval zal plaats hebben, op welke lijnen of verdedigde strooken In het algemeen kan men zeggen is zulks mogelijk indien men door verkenning of luchtwaarneming dan wel uit bestudeering van het terrein uit de kaart over eenigszins betrouwbare gegevens beschikt, waar de tegenstander weerstand kan bieden. Een steun op opvolgende lijnen(strooken) is altijd zuiniger dan de vuurwals, al zijn met deze laatste steunwijze in den wereldoorlog ook groote successen verkregen (W. J. 1927 blz. 32). Hiernaar moet dus, onze geringe krachten in aanmerking genomen, worden gestreefd. De vuurwals moet namelijk ononderbroken voortduren, dus langzaam vuurtempo. Bij steun op opvolgende lijnen daar entegen kan men krachtige rafales toepassen, snel tempo dus vuur op breeder front. Daarna treedt telkens een rusttoestand voor de artillerie in. Moge dus de vuurwals zekerder en vooral sneller tot het doel voeren, wij zullen dus wel genoegen moeten nemen met de hierboven aangegeven steunwijze, die in een tactisch voorbeeld wordt behandeld door Lt. Col. J. cle la Porte du Tlieil in meer genoemd artikel. (Revue d'Artillerie 1928 blz. 279). Afgescheiden van de beschermende vuren zijn de tijden waarop het uitwerkingsvuur op elk der lijnen wordt afgegeven vastge steld. De tusschengelegen tijden gebruikt de infanterie voor haar nadering tot, de artillerie voor haar vuurregeling op het volgende aanvalsobject, voor zoover zulks nog niet van te voren heeft plaats gehad. In het behandelde geval was daartoe gedurende '/2 uur van te voren gelegenheid gegeven. Wanneer de wapens aan een goede samenwerking gewend zijn, zooals bij die oefening het geval was, dan hebben eenige gewoonten zich ingeleefd om de samenwerking nog beter tot haar recht te doen komen. Zoo was bij de onderwerpelijke troepen de gewoonte het uitwerkingsvuur de laatste vijf minuten op te voeren tot tempo 4, waarna een schielijk verleggen. Van 213 (1) Deze algemeen in gebruik zijnde term heeft eigenlijk met initiatief weinig te makenbeteekent hetzelfde als vuren op loonende doelen, even oneigenlijke uitdrukking want we vuren niet op „niet-loonende" doelen. Bedoeld wordt er slechts mee, vuur niet als gevolg van een aanvraag of vuur- bevel maar eenvoudig voortvloeiende uit de opgedragen taak.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 23