ingedeeld naast infanterie geschut, soms organiek (b. v. Rusland)
soms onttrokken aan de divisie-artillerie.
Het laatste is de algemeen aangenomen oplossing en terecht.
Begeleidende artillerie deelt men in als de omstandigheden zulks
noodig maken voor het uitvoeren van een bepaalde taak. Is die
taak volbracht dan neme men ze weer terug. Anders zou ze immers
gebruikt worden zonder noodzaak of zelfs ongebruikt blijven,
terwijl ze elders hoog noodig is. Vooral bij een spaarzame toe
bedeeling aan artillerie zooals bij ons het geval is, zou zulk
onoordeelkundig gebruik zich wreken.
Generaal Challéat (Revue d' artillerie 1928 blz. 201) vestigt daar
ook speciaal de aandacht op in zijn voordracht La liaison infan
terie artillerie. Hij zegt: Artillerie d'accompagnement immédiate
is slechts tijdelijk en met een omlijnde opdracht gesteld onder
de bevelen van een infanterie commandant. Staat de artillerie
d'appui direct alleen te zijner beschikking voor wat betreft haar
vuur en kan hij haar dus niet van stelling doen veranderen, over
de artillerie d'accompagnement immédiate beschikt hij geheel.
Zij is noodig omdat het infanterie geschut slechts een beperkte
munitievoorraad heeft. Bovendien is zij machtiger. Haar gebruik
hangt af van de meer of mindere bedektheid van het terrein.
Op blz. 213 geeft hij een voorbeeld van een bataljon dat ten
aanval gaat, gesteund door één sectie 7,5 cM. en 2 Stokes mor
tieren.
De Bataljonscommandant gaat in zijn aanvalsstrook na welke
posities hij achtereenvolgens zal innemen en de gewenschte
overeenkomende posities zijner artillerie. Hij wijst deze aan zijn
artillerie commandant die verkent, of ze gedekt zijn in te nemen,
of de stellingen zelf gedekt zijn, of ze de mogelijkheid bieden
over eigen troepen heen te vuren. De stellingen die niet gedekt
zijn in te nemen of waar het terrein de baan te veel nadert, vallen
uit en worden aan het infanterie geschut toegewezen, omdat dit
minder zichtbaar is en meer gekromde baan heeft. In verband
met de meer beperkte munitievoorraad, de aanvulling is
moeilijker, krijgt deze artillerie ook meer beperkte vuurop-
drachten. Het is bv. fout om ze op te dragen een rand
tien minuten te neutraliseeren. Dit is een opdracht voor de
artillerie d'appui direct. Met vuurwijze en munitieverbruik
bemoeit de bataljonscommandant zich niet. Voor het in stelling
brengen en uitvoeren van een vuuropdracht zal de artillerist zich
van zijn bataljonscommandant moeten verwijderen.
Daaraan kan nog worden toegevoegd dat de doelen,
die de begeleidende artillerie krijgt toegewezen, meestal dezelf
de zijn als die van het infanterie geschut, nl. de kleine min of
meer zichtbare doelen. F.u.G. pt. 282 zegt: „Aufgabe der Infan-
teriebatterien" (artillerie gebruikt als infanterie geschut. Nahkamf
artillerie beteekentinfanterie batterijen) „ist es von Beginn des
218