zulks wel tijdig kan geschieden, want onze gevechten, in kleiner
verband dan in Europa, verloopen sneller. Voor ons moet men
dus vasthouden aan den stelregel in onderwerpelijk geval geen
artillerie in te deelen.
Voorts is het gebruik uitgesloten waar gelegenheid tot gedekte
nadering ontbreekt, omdat ze anders zonder aan haar taak te
kunnen voldoen vernietigd wordt 47(3).
Minder noodig is ze als de steunende artillerie tot op de
kleine-middelbare afstanden van den vijand stelling kan nemen
(iChalléat wenscht 2 a 3 K.M.) en daar beschikt over goede waar
nemingsmogelijkheden. it
Is zulks daarentegen niet het geval doch is het terrein vlak
(of egaal hellend) en bedekt zoodat de artillerie in haar werk
zaamheid ten zeerste wordt geschaad (G.V. Mob. A. 11(4) en dat
geval doet zich in onze terreinen maar al te vaak voor. dan zal
men naar mijne meening nimmer met den daaruit voortvloeienden
onvoldoenden steun genoegen mogen nemen en bij de troepen die
den hoofdstoot uitvoeren begeleidende artillerie moeten ïndeelen.
Hier zijn dus de uiterste gevallen aangegeven, er zijn natuurlijk
veel tusschen liggende mogelijkheden, maar nimmer mag men
den geweldigen materieelen en vooral moreelen steun, welke er
door wordt geboden uit het oog verliezen. Juist omdat we een
beperkte artillerie hebben, moeten wij er uit halen wat er int te
halen is en ons niet blind staren op mooie woorden als massa-
gebruik e d. -We hebben geen massa, ergo geen massagebruik,
maar een klein quantum dat we intensief moeten gebruiken ook
als het terrein zich minder goed leent.
Met deze regels wordt veel minder ver gegaan, dan b.v. het
Duitsche voorschrift aangeeft. In het Ausbildungsvorschrift fur die
Artillerie komt in het hoofdstuk Angriff im Bewegungskneg in
punt 1927 voorJe mehr der Angriff fortschreitet, urn so mehr
treten Nahkampfaufgaben an Teile der Artillerie heran. Es miis-
sen deshalb Teile der Nahkamptartillerie dem Befehl der injan-
teriefiihrer unterstellt werden. Een dergelijk imperatief voorschrift
zou ik voor onze verhoudingen evenwel afkeuren.
Wel is waar beteekent het onder de bevelen stellen van een
infanterie commandant noch niet dat de artillerie met sectiën of
stukken de infanterie begeleidt, maar als men dat niet doet, heeft et
onder de bevelen stellen weinig zin, behoudens in de uitzon
deringsgevallen die wel door niemand zullen worden betwist,
namelijk:
a. bij ruim gescheiden gevechtsgroepen,
b vervolging of terugtocht,
c. bij indeeling bij de voorhoede; is bij ons geen gewoonte, in
Duitschland vaste regel.
220
*1 O. v. Mob. A punt 47(3). In vele gevallen toch staat de artillerie bij het
van stelling veranderen aan vernietiging bloot en worden overigens de na.
deelen aan elke stellingverandering verbonden, telkens opnieuw ondervonden