Ter bescherming van eigen voorste infanterie tegen eigen tref
fers, zal de artillerie
lo. z n. schokvuur afgeven, ook als tijdvuur beter zou zijn.
2o. Zooveel mogelijk daginvloeden in rekening brengen.
3o. Verheffingstabellen en grafieken, dan wel de betrokken for-'
mules toepassen.
4o, Kleinere lading gebruiken dan de meest gewenschte.
5o. Bij inschieten op grooteren afstand beginnen, dan waar
toe de voorbereiding zou leiden en bij het grensschieten met
minder afstand teruggaan.
3. De eigenlijke aanvraag om vuursteun.
Hierbij doen zich drie factoren voor, te weten het opmaken
van de aanvraag, het voldoen aan de aanvraag en als schakel
hiertusschen, de overbrenging van de aanvraag van de betrokken
infanterieafdeeling naar de artillerie.
a. Inhoud en formuleering van de aanvraag
om vuursteun.
In de eerste plaats moet de aanvraag om vuursteun de artil
lerie op de hoogte stellen van de ligging van het doel en zoo
mogelijk tevens van den aard van het doel, waarop de infan
terie vuur verlangt. Zij (de artillerie) zal evenwel bij het vuren
op dat doel rekening moeten houden met de opstelling van eigen
infanterieafdeelingen, welke zich het meest nabij het doel bevinden.
Hoe wordt nu de ligging van het doel aangegeven Hierbij
kan men twee gevallen onderscheiden. In de eerste plaats een
doel, dat reeds als zoodanig voorkwam in het voorafgemaakte
(bevolen dan wel onderling geregeld) plan aangaande het gebruik
van de artillerie (staat van vaste gegevens).
Alsdan levert de opgave van de plaats van het doel geenerlei
moeilijkheid opde ligging is vastgelegd onder een bepaald
nummer of een bepaalde letter, welke dient te worden opgegeven.
Waar evenwel zulk een van te voren vastgesteld doel in den
regel zal bestaan uit een terreinvoorwerp of -gedeelte, zal de
infanterie zoo mogelijk moeten opgeven, door welk soort van
vijand (inf. of mitrs., enz.) dit terreinvoorwerp op een gegeven
moment bezet is.
Moeilijker wordt de oplosing als het gaat om een van te voren
niet als zoodanig voorzien doel.
Reeds het vaststellen van de juiste plaats van het doel zelve
zal in sommige gevallen moeilijkheden meebrengen. Men bevindt
zich niet op het oefeningsterrein, doch ligt plat op den grond
van het gevechtsveld, dikwijls ten deele ingegraven, terwijl de
rondvliegende projectielen een systematisch afzoeken van het
terrein met den kijker bemoeilijken. Voorts belemmeren stof en
rook de waarneming. Men zal goed doen er zich rekenschap van
te geven, dat het meermalen geruimen tijd zal duren, voor men
227