IN memoriaM.
G. C. E. VAN DAALEN.
Qotfried, Coenraad, Ernst van Daalen, geboren te Makassar
den 23en Maart 1863 overleden te 's Qravenhage den 24en
Februari 1930.
Een militair van zeldzamen moed, een officier van buitenge
wone bekwaamheid, een bevelhebber met een onbegrensd door
zettingsvermogen, bezield met een onverzettelijken wil, een man,
die het legerbelang boven alles stelde en die van nature was
voorbestemd om aan het hoofd te staan van een leger als het
Nederlandsch-Indische.
Met deze figuur, want dat was Generaal van Daalen in hooge
mate, is samengeweven een allerbelangrijkst deel van de Indische
krijgsgeschiedenis, terwijl hij als Commandant van het Leger een
eereplaats innam in de lange reeks van hen, die geroepen zijn
geworden deze zoo uiterst gewichtige betrekking te vervullen.
Zoo hij geen andere verdienste mocht hebben gehad dan die als
commandant van den roemruchtigen Gajoetocht, dan zou hij reeds
tot een der grootsten in de Indische krijgsgeschiedenis moeten
worden gerekend, doch deze tocht is slechts een van de merk
palen, welke de militaire loopbaan van deze persoonlijkheid
afteekenen.
Nog voor hij zijn 38e levensjaar had volbracht, viel hem de
onderscheiding ten deel van buitengewone bevordering tot majoor
en zulks wegens uitstekende militaire verrichtingen en uit daden
gebleken buitengewone militaire talenten.
Op zijn 42e jaar maakte hij wederom buitengewone bevor
dering, thans tot kolonel, zulks ter belooning van buitengewone
militaire talenten, gebleken uit daden, gepaard aan uitstekenden
dienstijver en loffelijk gedrag.
Voor zijne heldendaden werd hij achtereenvolgens beloond met
het ridderkruis der 4e klasse van de Militaire Willemsorde, de
eeresabel, het ridderkruis der 3e klasse van onze hoogste Militaire
orde en ten slotte met het commandeurskruis van die orde. Deze