3. MOTORISEERING VAN VERPLEGINGSVOERTUIGEN.
door
A J. B.
(met 4 foto's).
Een ieder, die de buitenlandsche militaire vaktijdschriften volgt,
zal daaruit hebben kunnen vaststellen, dat het motoriseerings-
vraagstuk der legers in vrijwel alle landen der wereld een brand
punt van belangstelling is geworden, bepaalde troepeneenhe
den, bestaande uit alle wapens en diensten, vermotoriseerd zijn
geworden, dan wel proeven op groote schaal op dit gebied
worden genomen.
Ook het Indisch leger zal in de toekomst niet aan een der
gelijke motoriseering, zij het dan wellicht op bescheidener schaal,
kunnen ontkomen.
In Nederland bestaat voor dit onderwerp eveneens warme
belangstelling. Door den Kap. der Inf. (N. LH. Polis, werd in
Januari van dit jaar te Rotterdam een voordracht gehouden over
„De motoriseering der legers; ook van Nederlandsch standpunt
gezien", welke voordracht is opgenomen in het orgaan der Ned.
Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap, 1928 1929,
IVe aflevering.
Dat het motorverkeer voor militaire doeleinden in den grooten
oorlog reeds een geweldige vlucht heeft genomen, moge hieruit
blijken dat Frankrijk aan den vooravond van den oorlog beschikte
over 170 militaire auto's, einde Augustus 1914 over 6000, terwijl
in November 1918 bij den autodienst aanwezig waren 92.000
autos en 11500 man personeel, waaronder 2500 officieren.
In begin 1914 is de snelle opmarsch van Duitschlands rech
tervleugel slechts mogelijk geweest dank zij de prestaties der
autotreinen, die voor den aanvoer zorgden. De diensten der
autotreinen waren zoo in het oog loopend, dat de auto spoedig
ook gebruikt werd tot vervoer van de infanterie tot steun van
de voortrukkende cavalerie. Ook mitrailleurs en artillerie wer
den zoo vervoerdde grondslagen voor gemotoriseerde afdee-
lingen werden hier gelegd.
De verplaatsing van een deel van de reserves, bestemd
voor het leger van generaal Manoury door de Parijsche taxis,
onder leiding van generaal Galliénie, vestigde in het bijzonder
234