4. DE PERIODE DER KLEWANGAANVALLEN EN
HOE DEZE DOOR TE KOMEN.
door
G. F. V. GOSENSON.
Kapitein der Infanterie.
Het is een telkens wederkeerend feit, dat de Atjeher in de begin
periode van het verzet zich van het bezit van repeteervuurwapens
gaat verzekeren, door deze op onze troepen te veroveren. Met het
aantal veroverde vuurwapens hangt ten nauwste samen het aantal
ontevredenen, dat zijn have en goed in de kampong achterlaat,
om zich bij de verzetspartij aan te sluiten. Om de gedachte te
bepalen krijgt elke veroverde karabijn een aanhang van 5 a 20
man. Van het aanzien en den invloed, die een verzetshoofd heeft,
hangt het af hoe groot zijn aanhang zal zijn hoe hooger in aanzien
hij staat, hoe grooter de kans is, dat de verzetspartij zal pogen
om onze legerkarabijnen te bemachtigen. Om zich nu van den
trouw van zijn aanhang te verzekeren, eischt het hoofd van het
verzet, dat zijn volgelingen zich middels een tegen de kompeuni
ondernomen daad waardig toonen om in zijn gelederen te worden
opgenomen. Deze daad bestaat gewoonlijk uit een op de kompeuni
ondernomen klewangaanval de deelnemers hieraan kunnen dan
niet meer terug, ook al zouden zij dat willen zij behooren nu tot
de verzetspartij, omdat zij een daadwerkelijk aandeel aan het
verzet hebben genomen.
De periode van de klewangaanvallen is hiermee ingeluid.
Hoe staat het nu aan den kant van onze troepen
Zooals boven gezegd, is de Atjeher in de beginperiode van het
verzet er op uit, om zich van repeteervuurwapens te voorzien. Hij
weet, dat de kompeuni die wapens niet goedschiks afgeeft en dat
hij er dus niet zoo gemakkelijk aan kan komen. Hij zelf is alleen
van blanke wapens voorzien en weet die buitengewoon goed te
te hanteeren. De voor den eigenlijken aanval op onze troepen
bestemde nienschen worden uitgezocht het zijn allen dappere
dweepzieke lui, die nog even voor den den aanval worden opge
zweept en versterkt in hun geloof, dat zij, door de kafirs te dooden,
een ALLAH welgevallig werk verrichten. Bovendien hebben zij
het voordeel van het terrein en de verrassing. De aanval geschiedt
persé in voor ons ongunstig terrein, d.w.z. de aanval, zooals zij
242