Wat het intimideeren van de kompeuni betreft, hebben wij hier- voren al eenige gebezigde middelen beschreven. De kampongbe volking echter wordt ook bewerkt zoowel overdag als 's nachts loopen gewapende benden uitdagend door de kampongs op tijd stippen, waarop zij weten, dat geen kompeuni in de buurt is zelfs worden boodschappers naar het bivak gezonden om te melden dat de bendes zich in die en die kampong ophouden levering van levensmiddelen en vrouwen wordt gevraagd, terwijl met den dood worden bedreigd al degenen, die de kompeuni behulpzaam zullen zijn met het geven van inlichtingen betreffende hunne schuilplaat sen, enz. Om het moreel van den troep op een hoog peil te houden, zal op elk bericht omtrent de verzetspartij worden uitgerukt, aan vankelijk met patrouilles van twee brigades. Krijgt nu zulk een patrouille ondanks goede maatregelen toch dooden en gewonden, dan kunnen deze door één der brigades naar huis worden begeleid en is de andere brigade beschikbaar om het verkregen contact met de tegenpartij niet verloren te doen gaan, haar zoo mogelijk dadelijk daarop weer verliezen toe te brengen en te achtervolgen. Wij moeten meester van het gevechtsveld blijven 1 Toch moet er met alle krachten naar worden gestreefd om den troep ongeschonden uit den strijd te halen. De aanvoerder, die daartoe in staat is, krijgt het volle vertrou wen van zijn troep en dit heeft hij zoo noodig om vooral deze pe riode tot een goed einde te brengen. Het bewust in een klewang- aanval loopen is daarom uit dien hoofde al te veroordeelen. Wij weten, dat de officier in het gevaar door zijn minderen beschermd woidt. De kansen voor een officier om bij een klewangaanval te sneuvelen zijn lang zoo groot niet als voor den soldaat. En daarom mogen wij er onze soldaten nimmer aan wagen om een klewang- aanval te ondergaan. Inderdaad heeft men met zoo'n aanval aanraking met de ver zetspartij en zullen er misschien meer djahats sneuvelen, dan wan neer zoo'n hinderlaag op een andere manier behandeld wordt. Doch, hoofden van verzet en daar gaat het ten slotte om zul len daar niet bij sneuvelen die zijn achter de schennen gebleven, zoodat het z.g. succes zich bepaalt tot het aantal deelnemers aan den aanval, dat zich doodvecht. Op dit succes wordt een groote schaduw geworpen door de verliezen aan onze zijde aan men- schen en misschien ook aan vuurwapens want bij zoo'n aanval krijgt zelfs een voor klewangaanvallen berekende troep op z'n minst gewonden. Men mag zich daarom nimmer een klewangaanval laten ondergaan. 245

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 57