de steunpilaar, waarop de troep een rotsvast vertrouwen moet
hebben om deze periode met succes te boven te komen.
Het zal zoo lang niet duren of de bevolking begint in te zien,
dat de kompeuni in staat is de verzetspartij te weerstaan en zelfs
te verslaan dat de door de djahats rondgestrooide verhalen om
trent voorgenomen klewangaanvallen niet waar of sterk overdre
ven zijn. Het intimideeren door de djahats begint heel wat minder
succesvol te worden en nu en dan duikt er een vaag bericht op om
trent hunne schuilplaatsen.
's Nachts zit de verzetspartij in de kampongs, in de buurt van
vrienden of familieleden, doch overdag bergt zij zich in het bosch
op, waar zij met eenvoudige schuilplaatsen kan volstaan.
Zoodra die berichten omtrent hun schuilplaatsen stelliger wor
den, moet daarop worden gereageerd.
Uitgerukt moet worden in een geheel andere richting dan die,
waarin de schuilplaatsen liggen.
Langs een omweg moet men nu trachten overdag die schuil
plaatsen te overvallen. Gelukt zoo'n overval, dan hebben onze troe
pen daarmede de eerste schrede op het goede pad gedaan. Wij
worden nu niet overvallen, doch de verzetspartij en op een door ons
gekozen tijdstiphet initiatief is voortaan aan ons.
De verzetspartij zelf gaat zich nu voelen als opgejaagd wild.
Doordat hare schuilplaatsen in de nabijheid der kampongs over
vallen worden, kunnen de djahats niet meer rustig een overval op
onze troepen beramen. In ieder geval wordt het hun nu door ons
zeer lastig gemaakt. Zij moeten 's nachts op bepaald afgesproken
plaatsen bijeenkomen, terwijl zij hare schuilplaatsen op grooten
afstand van de kampongs moet hebben.
Duidelijk teekent deze nieuwe periode, welke meestal die der
klewangaanvallen afsluit, zich op den troep en op de bevolking
af. Deze laatste zoekt meer toenadering tot de kompeuni d.w.z.
zij brengt meerdere en betrouwbaarder berichten omtrent de
verzetspartij zij brengt zoowel straf- als civiele perkara's ter
kennis van den patrouillecommandant zij doet het verzoek om
boschproducten te mogen zoeken, enz.
Voor den troep is deze toenadering niet onopgemerkt geble
ven. Zij waardeert de betrouwbaarder berichten, die omtrent de
verzetspartij worden gegeven en beschouwt zich terecht als de
overwinnaar, die de tegenpartij overal voor zich uit drijft. Zij be
gint zelfs vertrouwen te krijgen in bepaalde personen, die in hun
dienst als spion zoodanige aanwijzingen hebben verstrekt, dat
daar de behaalde successen aan te danken zijn. Zij weet welke
248