Geeft het bovenstaande aan wat draaien beoogt, hoe het metaal wordt ingespannen en de beitel wordt ingeklemd, thans moge een globale beschrijving van de draaibank in het algemeen volgen. In de afbeeldingen 42, 43, 44 en 45 is constructie van de draaibank in het algemeen te zien. Het gestel waarmede de draaibank op den grond rust wordt het bed genoemd. Het draaibankbed wordt in verschillende vormen uitgevoerd. Voor het nagaan der afmetingen wordt wederom verwezen naar het bekende werk van Prof. van Royen. Op het bed worden opge steld de vaste en de losse kop en de slede of support. De totale lengte van het bed wordt bepaald door de lengte van de werkstukken, welke er op zullen moeten worden gedraaid. Zoo zien we verschil in bedlengte tusschen de banken op afbeelding 45 en die op 44. Het bed zal ook zwaarder geconstrueerd wor den naarmate het op te spannen werk van grooter afmetingen is. Dit wordt gedemonstreerd in het zeer zware bed van de wielen- bank voorgesteld op afbeelding 46. Bij lichte bankjes steunt het bed op een paar pooten, terwijl de zeer kleine bankjes, zooals de instrumentmakers-draaibankjes op tafels worden gemonteerd. De vaste kop die vooral in foto 46 van zeer zware uitvoering is ontvangt de draaiende beweging van het boven, soms onder, gelegen drijfwerk, waarbij een trappenschijf zorgt voor het kunnen varieeren van de snelheden. Niet altijd is hiervoor een trappen schijf aanwezig. De draaibanken op afbeelding 35 en 46, de Lodge en Shipley banken, hebben een raderkast, waarbij, door het inschakelen van verschillende tandraderen, aan de hoofdas en dus aan het werkstuk verschillende snelheden kunnen worden gegeven. Van deze ronddraaiende beweging wordt de beweging van het support afgeleid, middels de reeds genoemde leischroef, de bank is dan gesteld op loopend werk. De aanzet in langs- richting en dwarsrichting kan ook uit de hand geschieden. Een groot voordeel is het als de hoofdspil is doorboord, zoodat gelegenheid bestaat materiaal door te laten. De losse kop fungeert als tweede steunpunt voor het werkstuk; deze functie is reeds bij het opspannen van het materiaal be sproken. De slede of support behandelden we reeds bij de in klemming van den beitel. Zoodra tusschen de voortgaande beweging van het support en de ronddraaiende van het cilindrische werkstuk een bepaalde verhouding bestaat zal de punt van de beitel een schroeflijn snijden in het metaal. Plaatst men op de hoofdspil een tandrad met een bepaald aantal tanden en op de leischroef eveneens dan bepalen de aantallen tanden op deze beide raderen de spoed van de te snijden draad, dus het aantal gangen per lengte een heid. De spoed van de draad op de leischroef speelt hierbij ook haar rol. Moet n. 1. op een bank waarvan de leischroef een spoed 255

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 67