267
„Herhaaldelijk komt het voor, dat de korpscommandanten en in het alge-
„meen zij, die er bemoeienis mee hebben, belast worden met de kosten, den
„lande berokkend, door de verkeerde wijze, waarop dienstreizen door hen
„werden gelast. Zonder overdrijving kan worden gezegd, dat van de aanvragen
„om scheepsgelegenheid, die bij de betrokken Plaatselijk (Mil.) Commandanten
„binnenkomen, geen 50% 'n orde is. Een verhandeling over deze aangelegen
heid, ten doel hebbende aan de onbekendheid met de vele, zeer verspreide
„bepalingen tegemoet te komen, achten wij daarom dan ook wel op zijn plaats.
We voelen ons genoopt om hier onze waardeering uit te spreken voor
'schrijvers arbeid, welke zonder twijfel door de betrokken officieren op prijs
zal worden gesteld. De schrijver geeft dan aan, welke reglementen enz. in
het bezit van de archieven moeten zijn en voorts een opgave van de voor
naamste circulaires, enz. betrekking hebbende op de wijze van reizen.
We zijn onder den indruk gekomen van dat aantal circulaires en hoewel
wij het eigenlijk betreuren dat zij, die met de reizen bemoeienis hebben
genoodzaakt zijn zooveel parate circulaire wetenschap te bezitten, meenen wij
toch goed te doen en in den geest van den schrijver te handelen door aan
die opgave meer openbaarheid te geven door haar op een los vel bij dit
nummer te voegen.
De schrijver geeft daarna een beschouwing over het bepalen van de goed
koopste wijzen van reizen.
M. V.M. geeft een zeer lezenswaardige beschouwing over Dr. JurGustav
Stresemann.
Nogmaals moeten we de bijzondere aandacht van de lezers vragen en wel
voor het in dit nummer opgenomen Prae-advies, aan de orde te stellen op
de algemeene vergadering van de Vereeniging 1930, getiteld Hoe kweekt
en onderhoudt men een gezonde discipline in een koloniaal vrijwilligers leger"
en van de hand van H. Broekhuis. De lezer vergunne ons, omtrent dit werk
te volstaan met een aanbeveling„lees het zelf". Met het geven van een
uittreksel zouden wij den schrijver te kort doen.
Voorts bevat het nummer een opstel „de gelijkstelling van officieren met
evenwaardige civiele ambtenaren" en het gebruikelijk vereenigingsnieuws,
waaruit we vermelden een gedeelte, overgenomen uit het Januari-nummer
van het orgaan van de Vereeniging van officieren van de Nederlandsche
Landmacht, opleiding, bevordering en beoordeeling van officieren het stelsel
der dubbelrangen.
9. TIJDSCHRIFTEN-OVERZICHT.
Orgaan der Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap
1929-1930 11e aflevering. De handhaving van orde en rust door het leger in
Nederlandsch-Indië door A. A. G. Feuilletau de Bruyn. Spreker gaat uit van
de volgende stellingen
1. Orde en rust zijn voor welvaart en ontwikkeling van land en volk factoren
van onbetwistbare urgentie.
2. Niet alleen aan ons zelf en aan de inheemsche bevolking zijn wij verplicht
te waken voor een geregelden gang van zaken; ook het buitenland stelt
in dit opzicht rechtmatige eischen.
3. Daarom moet zoo noodig met kracht kunnen worden opgetreden tegen
uitwassen der Inlandsche beweging, waarvan zekere stroomingen, door
gevaarlijke tendenzen, eene voor orde en rust voortdurende bedreiging
vormen.
4. Van de beschikbare machtsmiddelen, leger en politie, heeft bij de hand
having van ons gezag het leger de belangrijkste taak te vervullen.