- 9° 7° 274 te dempen, welke proeven in Tsecho-Slovakije aanleiding hebben gegeven tot het besluit om in het leger een knaldemper, welke tevens de zichtbaarheid van het mondingsvuur wegneemt en welke niet alleen voor handvuurwapenen en mitrailleurs, doch ook voor geschut bruikbaar moet zijn, in beproeving te nemen. Proeven op groote schaal zijn ook in Amerika gehouden, echter nog zonder positieve resultaten. „Wel wijzen ze den weg, welke in deze kwestie vroeger of later bewandeld zal moeten worden". In hetzelfde tijdschrift een artikel„Das neue Skoda - Gebirgsgeschiitz Type CD und DC M. 28". Kapitein G Ddniker geeft een beschrijving van deze combinatie van een 75 mm. bergkanon met een 90 mm. berghouwitser op eenheidsaffuit, een verbeterde constructie van het kanon model '15 van dezelfde fabriek. Het artikel bevat duidelijke foto's. Eenige gegevens, waarbij opvalt het betrekkelijk geringe gewicht, in verband met het vermogen van dit geschut, zijn: kaliber 75 mm. 90 mm. projectiel gewicht kg. 6,3 8.5 aantal ladingen 4 4 Vn lading no. 1 m./sec. 235 215 V0 lading no. 2 id. 270 240 V0 lading no. 3 id. 320 280 V0 lading no. 4 id. 425 350 mondingsenergie bij lading no. 4 mt. 58 53 grootste dracht bij lading no. 4 7400 en bij elevatie van 420 m. 8900 lengte schietbuis in kalibers 18 15,5 id id in mm. 1340 1390 zieilengte in mm. 1150 1200 gewicht in vuurstelling kg- 710 maximum elevatie 50° maximum declinatie vuurhoogte mm. 732 zijdelingsch richtveld spoorwijdte mm. 964 schilddikte mm. 4,2 Tactisch gebruik der artillerie. Allgemeine Schweizerische Militarzeitung. No. II Nov. 1929. „Ueber Artillerie-Venvendung" A. G. geeft thans beschouwingen over het munitie- verbruik der artillerie. „De totale Fransche oorlogsuitgaven beliepen 143 mil liard fr.daarvan werden voor artillerie-munitie 25 en voor aanmaak van nieuw geschut 2 milliard aangewend. De artillerie heeft gedurende den oorlog 300 miljoen projectielen verschoten, een gewicht van 6 miljoen ton'Het artikel bevat verder interessante gegevens omtrent voorraden, verbruik en aanmaak. In verband daarmede zegt schr.„Het staat voor mij vast dat de infanterie-commandanten overmatige eischen zullen stellen aan aantal en duur van artillerie-vuren. Evenzoo zeker is het dat de artillerie-commandanten de infanterie niet onvoldoende zullen willen steunen; dus zullen ze helpen, waar ze slechts kunnen; daarmede wordt het zuinig zijn in het munitie- verbruik vergeten, of in ieder geval geraakt het op het tweede plan".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 94