6. DE INFANTERIE-SCHAKELAAR.
door
J. M. L. ROELEN.
Eerste Luitenant der Infanterie,
met 4 figuren.
(zie I.M.T. 1929 No. 12 en 1930 No. 2).
Met genoegen namen we kennis van de opmerkingen betref
fende den nieuwen Infanterie-schakelaar van de hand van den
heer van Swieten in het vorige I.M.T. nummer.
Daar de schakelaar eigenlijk nog in beproeving is, kan opbou
wende critiek, zooals schr. die levert, niet anders dan meerwerken
om de constructie in verband met het beoogde doel zoo veel moge
lijk te vervolmaken.
Ten gerieve van de lezers van het I.M.T. zal ik bij de bespre
king van het aangehaalde artikel, schr. voorloopig zoo veel mo
gelijk op den voet volgen en daarbij o.a. enkele onjuistheden, die
in zijn artikel voorkomen, trachten te weerleggen.
Blz. 155 ad aDat het mogelijk is, dat schr. heeft kunnen wij
zen op eene onvolmaaktheid in de constructie n.l.
„dat voor de controle, of twee met elkaar verbonden posten nog
„in gesprek zijn, de loshangende stekker moet worden gehouden
„tegen een zich aan den onderkant van de stekkerbus bevindende
„kleine, moeilijk te bereiken, niet geïsoleerde plek, of tegen een
„uitstekend stuk van de blankgeschuurde kabel, waar deze aan
„de draadklem verbonden is", is in de eerste plaats te wijten aan
het, om mij niet bekende redenen, niet volgen van het door mij
ontworpen model bij den aanmaak van de schakelaars voor den
troep. Bij de door mij uitgevoerde constructie namelijk waren alle
stekkerbussen gehéél van metaal zoodat bedoelde controle daar
door hoogst eenvoudig was.
In de aan de regimenten infanterie verstrekte voorloopige in
structie is echter aan dit inconvenient wel degelijk aandacht ge
schonken in deze instructie toch werd een middel aan de hand
gedaan om het ongemak op eenvoudige wijze te neutraliseeren.
Het is misschien dienstig en langs dezen weg wel zoo eenvou
dig aan te geven, welk hulpmiddel ik daartoe kortelings aan den
schakelaar heb aangebracht.
261