Konings, machtiging verleend om tot ultimo 1891 boven de
formatie van het leger te doen voeren de noodige officieren
en minderen voor de oprichting van een korps „Marechaussee" te
voet ter bevordering van de veiligheid en ter bewaking van de
kunstwerken binnen de geconcentreerde linie van Groot-Atjeh.
Aan de Regeering in Nederland werd o.nr. bekend gesteld dat
„genoemd korps, te recruteeren uit officieren, onderofficieren en
„de beste niet-Europeesche manschappen van het leger, de moei-
„lijke taak zal hebben om de politie binnen de geconcentreerde
„stelling te handhaven, hetgeen nu tot de diensten van het bezet
tingsleger behoort. Dit korps onder commando van een kapitein,
„en verder een luitenant en 218 onderofficieren en minderen sterk 2)
„zal blijkens het vorenstaande voorshands deel uitmaken van het
„Leger, doch het is bestemd om, wanneer de toestanden in Atjeh
„zoodanig zullen zijn verbeterd dat de uitoefening der politie
„aan het burgerlijk bestuur kan worden opgedragen, tot een
„korps gewapende politiedienaren te worden gereorganiseerd".
De verwezenlijking van dit voornemen is het korps gelukkig be
spaard gebleven
Behalve de reeds genoemde taak moest het korps nog den
levendigen smokkelhandel in levensmiddelen en peper, die ont
staan was door de blokkade der kusten van het vijandig gebied,
belemmeren.
Deze veelzijdige arbeid, toegewezen aan slechts 1 divisie mare-
chausee, moest worden verricht in een streek waar de bevolking
schijnbaar onderworpen was, doch inderdaad om redenen van
overtuiging, geldgewin, dan wel door intimidatie door kwaad
willigen, met deze laatsten heulde.
Dat er van de officieren en minderen naast taal- en adatken
nis veel tact werd gevergd om te midden van een dergelijke
bevolking, zoodanig vertrouwen in te boezemen, dat men tijdig
betrouwbare gegevens verkreeg om kwaad te voorkomen dan
wel te straffen, behoeft geen betoog.
Van meet af aan echter heeft het korps aan de gekoesterde
verwachtingen meer dan voldaan. Wel werden de vernielingen
niet geheel voorkomen, doch het aantal verminderde sterk, terwijl
rooverijen en andere vexaties door vijandige benden, die binnen
de linie drongen niet meer voorkwamen. Binnen het terrein van
de werkzaamheid der marechaussees werd door hunne wijze van
308
In 1879 was ter uitoefening van de politioneele taak reeds opgericht een
korps gewapende politiedienaren (in zekeren zin dus een voorlooper van
het korps marechaussee) hoofdzakelijk bestaande uit Atjehers. Van dat
korps werd echter weinig partij getrokken. Alle Atjehers d:e als zoodanig
dienst deden werden in 1883 ontslagen en vervangen door Javanen en
Maieiers. 1 October 1884 werd het korps geheel opgeheven.
2) De juiste samenstelling was: 1 kapitein commandant; 1 eersten luitenant
1 Eur. sergt.-majoor1 Eur. fourier; 12 Eur. sergtn.; 12 niet-Eur. sergtn.;
12 niet-Eur. korpls.180 niet-Eur. marechaussees.