zich uit naar de Zuiderface, waar de afdeeling Stoop zich toen- juist op de borstwering vertoonde. Zelf nam luit. Dijkstra drie man voor zijne rekening en juist wilde hij een gewond mare chaussee weer op de been helpen, toen hij door een paar Atiehers werd besprongen Een werd door den Amb. Mar. Kalolo "No 32182 gedood, de ander bracht den luitenant een krachtigen ,,klewanghouw in de borst toe en werd toen door toeschietende '^marechaussees onschadelijk gemaakt. Een der brigades, die aan de Noordzijde binnendrong werd door een paar vijanden aangevallen. De commandant de Eur. "Sergt. Kok velde er een neer waarop de ander in een huis aan "de Zuid-face vluchtte werwaarts hij door Kok en de zijnen ".werd gevolgd. Middels een paar salvo's werden daarin 14 man „neergelegd. „Luitenant Vis zond hen daarop naar den Noord-Oosthoek „waar blijkbaar nog hevig gestreden werd. Op zijn weg door „eenige tegenstanders besprongen, werden die neergesabeld en eenige anderen binnen een woning neergeschoten; daardoor "raakte hij echter uit de richting en kwam ten slotte ter^cht in het Z. W. bastion, waarin zich, nadat de 5e en 8e brigade gepasseerd waren, een aantal vijanden had teruggetrokken. Hier ".smaakte hij het genoegen zijn collega Cehne No. 24385 en een Amb. Mar. die het met een reusachtigen Atjeher aan den stok ".hadden, te hulp te kunnen komen. Turpitz, die met eenige „Atjehers handgemeen was geworden was het kind van de rekening geworden, zoo niet sergt. Waronkiran No. 15932 met i.één slag den lastigen aanvaller het hoofd van den romp had „gescheiden. De 2e sectie der snelladers, onder luit. van der Vlerk kwam „nog op tijd om een goed aandeel in den strijd te kunnen nemen „en liet zich dan ook niet onbetuigd. „Kapitein Graafland kreeg reeds vóór het poortje in de >izer- „draadversperring een schot door zijn helmhoed, dat hem deed "neertuimelen; zich oprichtend kreeg hij een schot door het been. Ondersteund door een paar ondergeschikten kwam hij met dë 4e brigade de hoofdpoort binnen, maar was toen genoodzaakt "„in een tandoe te gaan liggen. Even te voren sprong uit.een huis een Atjeher van achteren op den kapitein toe. Hij werd bijtijds, "door den Amb. fus. Lappers No 39170 en den Eur. fus Busch "No. 36099, opgevangen. Zij brachten den gewonde weer achteruit "naar de poort, waar beter voor zijn veiligheid gezorgd kon worden. Het 2e peloton van de compagnie snelladers, dat op last van den kapitein van Aken voorloopig buiten gebleven was, omdat "te veel menschen binnen, de verwarring slechts zouden ver- "grooten volgde echter ten slotte ook en werd in dier voege "verdeeld, dat eene sectie zich achter de borstwering op de '^Noorderface en om een nog door Atjehers bezet huis opstelde,. 314

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 38