Deze laatste voorname en zware taak heeft het korps naar buiten niet zoozeer op den voorgrond gebracht, omdat deze taak in stilte onder vaak zeer zware ontberingen met groote toewijding werd vervuld. Door nacht en dag, zoowel bij maanlicht als bij donkeren hemel, rusteloos patrouilleeren, het leggen van hinderlagen, het onbemerkt sluipen door bosch, veld en bewoonde oorden, werd in alle streken, waar onderdeelen van het korps gelegerd waren reeds spoedig een groote mate van rust en veiligheid bereikt en werd tevens door het korps het vertrouwen gewonnen van de naar rust hakende goedgezinde bevolking, overtuigd als deze was dat zij van de marechaussees niet alleen geen gevaar te duchten had van knevelarijen, strooperijen etc., doch juist door hunne aanwezigheid van dergelijke handelingen van de zijde der verzetslieden gevrijwaard bleef. Het achtervolgen van de vele bendehoofden met hunne pang- lima's en familieleden vergde een buitengewone krachtsinspanning van de troepen in Atjeh en niet in het minst van het korps Marechaussee, dat schier aan alle achtervolgingen der bendehoof den van eenige beteekenis heeft deelgenomen. Ik behoef hier slechts te releveeren de achtervolging van T. Bén Blang Pidië, Habib Moesa, Habib Meulaboh, Tgk. di Paja Bakong, Tgk. di Mata Ië, Tgk. di Barat, de Tiro-teungkoe's Tgk. Moeda Pen- deng, Pang Manap en Pang Bintang. Het inwinnen van betrouw bare berichten, het spoorzoeken, het voortdurend op zijn „qui vive" zijn, het rusteloos najagen dier personen in de ontoegan kelijkste streken eischte van officieren en brigades een buiten gewone mate van plichtsbetrachting, doorzettingsvermogen, be sluitvaardigheid en moed. Vermoeienissen en ontberingen, risico en verantwoordelijkheid moesten blijmoedig worden gedragen. Zag men den maandenlangen arbeid bekroond met uitteindelijk succes, zoo smaakte men althans de voldoening zijn taak te hebben volvoerd. Doch hoe dikwerf leden pogingen schipbreuk door onvoorziene omstandigheden. Hoe vaak maakten weersomstandigheden, toeval, verraad, niet, dat de prijs juist verloren ging op een oogenblik, dat zij voor het grijpen scheen. Een enkele rolsteen, een krakende tak bij het besluipen van een schuilplaats der immer waakzame kwaadwilligen, leidden tot ontsnapping der gezochten en maakten langdurigen moeizamen arbeid ongedaan. Dan moest met dezelfde energie, dezelfde plichtsbetrachting opnieuw begonnen worden. Hoevele tochten zijn er niet verricht zonder eenig resultaat omdat men afging op berichten, die naderhand bleken onbetrouwbaar, verouderd dan wel gefingeerd te zijn. Tegenover eiken tocht die met succes is bekroond, staan er tientallen andere, die met het 319 Zie extra-bijdrage van het I. M. T. No. 30.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 45