Dakim hem nog juist bijtijds te hulp sprong en den aanvaller met zijn klewang velde. Zou men nu geneigd zijn te denken, dat de vijand na deze ge voelige lessen het hoofd in den schoot zou leggen, dan houdt men onvoldoende rekening met het fanatisme, de Kaphé minachting en de lust tot avonturen van de bewoners van de geïsoleerde streken ter Westkust van Atjeh. Al spoedig zou blijken, dat zij nog niets aan hun dapperheid en vechtlust hadden ingeboet. Van 2 op 3 April bivakkeerde de 9e brigade van de 5e divisie Marechaussee onder den Kapitein Paris nabij gampong Sapé aan de Kroeët rivier. Het voornemen van den Commandant om den volgenden dag een pad te volgen naar de verlaten gampong Goenoeng Tingkeun was door het zoeken naar een gids om dat pad aan te wijzen, bij de bevolking bekend geworden. Nauwelijks IZ2 K.M. van het bivak werd de brigade over haar volle lengte door één in een alang-alangveld verscholen liggende bende Atjehers besprongen. De biigade hield zich schitterend en ondanks de hevige verlie zen, die aanstonds werden geleden, wist zij van geen wijken en sloeg er dapper met den klewang op los de karabijnen werden gebruikt zoodra de kans daartoe werd geboden. 20 aanvallers werden neergelegd en geen karabijn ging verloren. Piachtige staaltjes van moed en trouw werden hier geleverd door eenvoudige soldaten. De patrouille-commandant sneuvelde dadelijk, het kader werd buiten gevecht gesteld. Toen riep de Javaansch Marechaussee le klasse Kromodikoro No. 8138 hoewel zelf zwaar gewond zijnde „Anaq, den°*ar saja, saja commandant", verzamelde de nog strijdbare marechaus see s het waren er nog maar weinigen om zich en liet den zich nog in de alang-alang bevindenden vijand onder vuur het c;ornmancio toen nog over aan zijn makker Suak No. 80690 en zakte toen door bloedverlies uitgeput in encaar. De Menadoneesch Marechaussee Lolong No. 86329, die zijn linkerhand niet meer kon gebruiken, vuurde toch mede. hie^nhifaHab'in gesteu"d in. de holte van den linkerelleboog hield hij daartoe tusschen zijn knieën vast. 329 Voor een uitvoerige beschrijving van het gevecht wordt verwezen naar het verslag opgenomen in het Voorbeeldenboek V. P. T. L. No 221

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 55